D. S. VAN ZUIDEN 1881 1941 DOOR Dr. H. E. VAN GELDER Wanneer ik denk aan den man, wiens naam ik niet zonder weemoed hierboven schrijf, dan gaan mijn ge dachten terug tot de eerste jaren van mijn archief arbeid in Den Haag. Het moet in den zomer van 1908 geweest zijn, dat hij mij voor het eerst bezocht met een vraag om voorlichting en raad. Opgegroeid, als zoon uit een Haagsch middenstandsgezin, in het hartje van de oude stad, de welbeklante voorvaderlijke banket bakkerij stond in de Wagenstraat, voelde hij ten slotte eigenlijk toch meer voor zijn geliefde Den Haag en zijn historie dan voor de voortzetting van dat bedrijf. Begaafd met een scherp verstand en geduldige werk kracht maar zonder eenige historische scholing, zag hij de moeilijkheden van deze verandering van levens richting duidelijk; hij begreep ook mijne bezwaren en aanvaardde mijn raad om niet te hoog te grijpen en zich vooral te oefenen in het speuren in de archiefbronnen zelf. En hij heeft zich daaraan dan ook gegeven met een nimmer aflatenden ijver. Trouwens hij kreeg weldra een voortreffelijk voorbeeld. Dr. Bredius toch had bij zijn onderzoekingen in de notarieele archieven te Amster-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 11