OVER DEN VRIJDOM VAN DE OFFICIEREN
DER GENERALITEIT
VAN BURGER- EN SCHUTTERSDIENSTEN
Mr. T. J. NAUDIN TEN CATE
de Vereeniging ter
's-Gravenhage, le
In het archief Fagel berustende op het Algemeen
Rijksarchief, werd mijn aandacht getrokken door een
merkwaardige memorie, waarvan de inhoud op illus
tratieve wijze aansluit bij eenige artikelen gedurende
de laatste jaren in ons Jaarboek verschenen. De memorie
handelt n.l. onder meer over een conflict tusschen z.g.
officianten van de Generaliteit en het bestuur van de
Hofbuurt in den Hage en de artikelen waarop ik het
oog heb, zijn: „Bijdragen over het godsdienstig, zedelijk
en maatschappelijk leven in Den Haag tot het einde
der 16e eeuw” van Drs. N. J. Pabon in het Jaarboek
van 1936 en „Over een klerkenfamilie uit de 18e eeuw”
door Mr. C. F. Gülcher, Jaarboek 1941.
In de hoofdstukken XIII en XIV van Drs. Pabons
uitvoerige studie worden resp. de Buurten en de Inwo
ners (van Den Haag) besproken; de schrijver grijpt
tevens terug, al is het maar met enkele woorden, naar
het zeer uitgesponnen opstel: „De ’s-Gravenhaagsche
Buurten” in de Mededeelingen van
beoefening der geschiedenis van
deel, 1880.
7
DOOR