VRIJDOM VAN OFFICIEREN GENERALITEIT
114
i Oranje,
de Hof-
i) In het jaar 1750 is dat dus Hendrik Fagel, griffier van 1744-
1790, die de vele wederwaardigheden van de laatste vijftig jaren
der Republiek heeft meegemaakt en ook wel beïnvloed en die als
de grondlegger van het archief Fagel wordt beschouwd.
verander” Jacob Scheltus indertijd zelf nul op zijn rekest
aan H.H.M. heeft gekregen kan doen vermoeden, dat
zijn houding in deze door eenigen wrevel en jaloezie
werd beïvloed.
Blijkens het slot van de memorie kiezen de bedreigde
officianten den meest effectieven weg tot het bereiken van
hun doel, zij wenden zich n.l. tot den Prins van
stadhouder Willem IV, als opperdeken van
buurt. De memorie doet dit in de volgende bewoordingen:
De tegenwoordige in de Hofbuurt wonende Ampte-
naaren, in Eed en dienst van Haar Hoog Mogende zijn
de, houden sig versekert, dat sijne Doorluchtigste Hoog
heid den Heere Prins van Oragne en Nassau, die de
voorszeghde Buurte de eere gedaan heeft het Hoofd van
deselve te willen worden, geinformeert zijnde van het
geene voorszeght is, als meede dat het hun, vermits
hunne Bedieningen, onmogelijk is, te vaceeren tot het
dragen van Lijken, waaromtrent sij de vrijheid neemen
sig te refereren tot de kennisse welke de Heer Griffier
Fagel1daar van is dragende, behalven dat Haar Hoog
Mogende Resolutie van den jaare 1678 een speciaal ver
bod impliceert, sodanige orders zal geven aan de voor
gemelde twee Burger Hoofdluyden en Secretaris, dat sij
deselve zullen laten buiten alle verdere moeijenisse ten
einde geen infractie werde toegebragt aan een prerogatif,
waar van sij tot hier toe hebben gejouisseert.
Implorerende daar toe op het eerbiedigste hoogstge-
melde Sijne Hoogheids benevolentie.
Een onderzoek naar de door stadhouder Willem IV