VAN HAAGSCHE POSTWAGENS l?0 Art. 4 behoudt aan.de magistraat het recht voor, beide categorieën te ontslaan, wanneer zij het noodig acht. Art. 5 verbiedt dronkenschap, bedreigingen en andere misdragingen, op straffe van 6 ponden boete en naar omstandigheden zwaarder correctie. Art. 6 stelt gelijke boete op langer dan een half uur pleisteren, of het aan de passagiers in rekening brengen van kosten onderweg gemaakt, tenzij in geval van nood. Wanneer de reizigers eensgezind langer willen pleiste ren, is het geoorloofd. Krachtens art. 7 mogen de voerlieden niet om de vrachten loten, tenzij meer wagens tegelijk aankomen. Overigens vertrekt ieder op zijn beurt. Merkwaardig is artikel 8. Het bedreigt met verbanning voor den tijd van 10 jaren den smeerder, kruier, of ver der bij dit bedrijf betrokkene, die knoeit met het innemen der plaatsen. Reserveering mag, zegt art. 9 dan, uit sluitend worden verzorgd door de brief-, pak- en zak dragers en wagensmeerders, die als zoodanig van de magistraat een consentbrief je hebben gekregen. De voer man moet (art. 10) den aankomenden reizigers dadelijk zeggen welke plaatsen besproken zijn. Daarna heeft ieder op zijn beurt de vrije keus, waar hij wil gaan zitten. Daarna volgt de regeling der vrachtprijzen. Indien 8 personen meerijden, betaalt ieder voor de reis twintig stuivers. Kinderen half geld. Pakjes, welke men onder de bank kan zetten, zijn vrij; voor andere moet men den voerman ,,sijn ghemoede gheven”. (art. (11). Neemt de voerman meer dan acht, of negen personen mede, dan betalen de passagiers, krachtens art. 12, slechts achten” per persoon. Boden, die eiken dag reizen, be hoeven ook verder alleen te betalen, wat zij tot dusver gewoon zijn te geven. De artt. 13 t/m 15 regelen de vracht indien zes, resp. vier, resp. minder dan vier per-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 135