Tot zoover de verklaringen van dezen alleszins be trouwbaren getuige. In latere brieven, voor zooveel wij die kennen, zwijgt hij over de zaak en in 1673 houdt de correspondentie op door terugkeer van Willem van der Goes naar Den Haag. Quack heeft dus een postwagendienst van Rotterdam naar Antwerpen gehad, voor en tijdens zijn postmeester- schap van eerstgenoemde stad. De onderneming liep desert, doordat hij, in Februari 1668, op een terugreis uit Engeland, verdronk. Voor ons onderwerp komt het evenwel aan op de vraag of Quack's bedrijf te ’s Gravenhage zijn officieel beginpunt had. En dat geloof ik niet. Van een aan hem, door de Haagsche magistraat, ver leend octrooi heb ik geen spoor gevonden. Leven en werken van den verdienstelijken man zijn uitvoerig be schreven door Mej. Lucie Elias, in een artikel in het Rotterdamsch Jaarboekje voor 1925. Welnu, een post wagenonderneming van Quack, waarbij Den Haag be trokken was vermeldt schrijfster niet. Zij noemt een dienst van Rotterdam op Amsterdam en een van Rot terdam op Antwerpen. Bij eerstgenoemde werden de reizigers trouwens per schuit van Rotterdam naar Delft gebracht, om vandaar per wagen hun doel te bereiken. Natuurlijk buiten Den Haag om, want alleen De Veer mocht passagiers van ’s Gravenhage naar Amsterdam rijden. En nu de dienst op Antwerpen. Den 3den Mei 1661, aldus Mej. Elias, schreven Burgemeesteren van Rotterdam aan de magis traat van Antwerpen, dat zij Quack hadden toegestaan wagens voor vervoer van personen naar hun stad te doen rijden, op voorwaarde, dat hij zich tevens met het brie- IN DE XVIIe EN XVIIIe EEUW 139 1) Biz. 140 vlg. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 155