I I B 1772. gens, doch stelt die voor de rijtuigen met zijglazen ten aanzien van de gebruikers der eerste vier plaatsen een a twee stuivers hooger. Gewijzigde Ordonnantie van In 1772 gaven de beide magistraten een nieuwe Or donnantie. Deze bepaalde in hoofdzaak hetzelfde als haar voorgangster, doch liet bv. in den winter alleen den morgenwagen rijden, behalve bij besloten water; dan reed ook de middagwagen. Blijkbaar waren de oude wagens nog niet geheel buiten gebruik. Voor die met ruiten werd de prijs per binnenplaats verhoogd tot 4 gld. 12 st. De twee buitenplaatsen kostten 4 gld. 10 st. per stuk. Ook af gehuurde rijtuigen werden iets duur der, n.l. 27 gld. 8 st. Men mocht nu echter een zevende persoon naast den postiljon doen mederijden voor 4 gld. 10 st. Art. 6 handhaafde den rijtijd op 6 uren, zoo de weg hard was. In geval van „gulle” weg moest de afstand binnen de zeven uur worden gereden. Art. 8 droeg nu den postiljon op het rooken tegen te gaan, indien een der passagiers zich erover beklaagde. Bij het artikel over de postchaisen werd vergund iemand achterop te laten staan tegen betaling van 4 gld. 10 st. voor het ge- heele traject en 3 gld. 12 st. voor den afstand Amster- dem-Leiden, of Den Haag-Haarlem, De zitplaatsen waren ook wat duurder. Nieuw was de bepaling, dat de chaisen wel op alle gewenschte uren moesten worden geleverd, maar dat, als iemand zeer laat wilde ver trekken de directie 50 meer mocht vorderen. Nieuw was ook het voorschrift, dat de passagier, die meer dan 20 pond bagage wilde medevoeren, voor ieder pond (meer een stuiver moest betalen, terwijl men voor een VAN HAAGSCHE POSTWAGENS 144

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 160