SIMON DE BRIENNE 6 1) Voor zooverre niet anders aangeduid, zijn de gegevens voor dit artikel ontleend aan deze archiefstukken. van van onder beheer van de Weeskamer te Delft, die op be paalde voorwaarden aan zijn familieleden kinderen had De Brienne niet jaarlijks uitkeeringen zou moe ten doen. Aan deze laatste omstandigheid is het te dan ken, dat vele stukken, welke over de afwikkeling van den boedel De Brienne en in verband daarmede ook over diens leven bijzonderheden bevatten, terecht zijn ge komen bij de Algemeene Commissie tot liquidatie der voormalige Wees- en Momboirkamers, welke van 1852 tot 1881 werkzaam was. Bij de wet van 3 April 1922 (Staatsblad no. 45) werd de opheffing gelast van een deel der stichtingen, welke in 1852 van de Wees- en Momboirkamers waren overgegaan op bovengenoemde Commissie; de archieven dier stichtingen zijn via het Departement van Financiën aan het Algemeen Rijks- archief overgedragen. Zij hebben gedeeltelijk kunnen dienen voor de samenstelling van het hiervolgend re laas1), dat de avontuurlijke geschiedenis, of, zoo men wil, de geschiedenis van een avonturier weergeeft: een tot aanzien en rijkdom gekomen kamerdienaar Prins Wilem III, den Koning-stadhouder. Waar kwam deze De Brienne vandaan? Uit Frank rijk; maar een lid van het aloude geslacht De Brienne, dat, volgens de overlevering, keizers van Constantinopel, koningen van Jerusalem, hertogen van Athene en conné- tables van Frankrijk heeft geteld, was hij niet. Het blijkt daarentegen, dat De Brienne een bijnaam was; dat hij eigenlijk heette Simon Veillaume. In een der be waarde stukken wordt hij heer van Brienne genoemd, maar op dezen titel schijnt hij geenerlei recht te hebben gehad. Hij was geboren te Jouy le Chatel, een dorp in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 16