IN DE XVIIe EN XVIIIe EEUW
153
x) Dagverhaal der Handelingen van het Verteg. Lichaam, enz.
2) Gem. Arch. A’dam, Not. Nw. Sted. Bestuur, 7 October 1799.
beweerde voorts, dat die z.g.n. postwagens van Van
Lennep maar gewone huurrijtuigen waren, die niet eens
onder politietoezicht stonden. Ofschoon de afgevaardig
de Couperus een beroep deed op het algemeen belang
bij een onbelemmerd rijden van die wagens, stemde de
meerderheid met Van Hall, zoodat het verzoek werd ge
weigerd i). In Mei 1799 herhaalde Van Lennep zijn ver
zoek. Wederom werd het van de hand gewezen. Tot
de teleurstellende beslising had ook bijgedragen de om
standigheid, dat het eigenlijk ging om de uitlegging van
een gewestelijk reglement van 16 Februari 1795,
Tijdens de bewogen herfstmaanden van 1799 geraakte
de onderneming in de knel, doordat, ten behoeve van de
Fransche en Bataafsche troepen, in ruime mate requisi-
tie plaats greep van hooi en stroo. Ditmaal ondersteunde
Amsterdam een verzoek van Van Lennep aan den Agent
van Oorlog, betreffende vrijstelling van beslaglegging
voor de fourage, die zijn postpaarden noodig hadden.
Ook in de stukken te dezer zake vindt men weer be
toogd, dat ,,er de reizigers in het algemeen ten uitersten
aan gelegen ligt” de bedoelde postwagens in stand te
houden en dat het dus noodig is den directeur het ver
krijgen van fourage voor de paarden te faciliteeren 2).
Van Lennep geeft het in Febr. 1800 op. Heropening
door een ander. Juni 1800.
Maar in het begin van 1800 gaf Van Lennep den
strijd op. Den 28sten Februari werd de dienst voorloopig
gestaakt en op 1 Maart verkocht hij het posthuis te
Heemstede, met 35 paarden en al wat voor den dienst