2) 3) 4) 5) 6) van den Raad octrooi nog bezat. om van degenen, die weigerden militairen te vervoeren tegen den door de Landsregeering vastgestelden prijs, de acten in te trekken 1). In Augustus van dat jaar ver oordeelde de Raad eenige koetsiers tot vrij hooge boeten, omdat zij de ordonnantiën hadden overtreden. Toch ver zachtte men die straf al gauw weer voor een der schul digen, toen de commissaris een goed woordje voor hem had gedaan. Inderdaad moet een boete van 4 maal 12 gulden zulk een voerman, in dien tijd, hard hebben ge troffen. Hij mocht nu met den commissaris een schik king maken 2) In de notulen van het gemeentebestuur vond ik, tot 1809, niet veel belangrijks meer over postwagens. In 1805 stelde men, op verzoek van de betrokken voer lieden, aan Utrecht voor, de wagens slechts driemaal per week te doen vertrekken 3). In 1808 verzocht Utrecht den wagen wederom vier maal te doen rijden, omdat de schuiten, die dagelijks uit Den Haag aankwamen, zoo zwaar beladen waren. Hier in stemde de Raad toe4). In 1807 stelden Amsterdam en Den Haag nieuwe vrachtprijzen vast voor het vervoer met den postwagen5). Maar niets, niets dat aan een herrijzenis van den geoctroyeerden postwagen kan doen gelooven 6 IN DE XVIIe EN XVIIIe EEUW 161 2) Gem. arch. ’s-Gravenhage. F. 131. De koetsiers trachtten ook den Schippers vrachten te ontfutselen. Zie o.a. F. 129 not. 3 en 22 September 1802. En dat waren nog wel „beschermde" koetsiers, nl. van het Kleine Wagenveer. Alsv. F. 131. not. 8 en 24 Augustus 1803. Alsv. F. 135. not. 2 Januari 1805 Alsv. F. 75. not. 12 Januari 1808 en F. 141 13 Januari 1808. Alsv. F. 139. not 11 Januari 1807. En men bedenke hierbij, dat Van Lennep, in 1803 weder lid van Amsterdam, dus man van invloed geworden, het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 178