IN DE XVIIe EN XVille EEUW 165 Cursiveering door mij. 2) Gem. Arch. A’dam Nw. Sted. Bestuur. Stukken behoorend tot de notulen van den Maire, jaar 1811. De passagiersdienst der veerpostwagens opgeheven door invoering der Paardenposterij in 1810. En wat betreft de veerpostwagens, zij zullen, bij toe water, passagiers hebben vervoerd tot 1 Mei 1810. Want toen trad in werking het decreet van Koning Lodewijk tot instelling van de Paardenposterij, dat alle reizigers verplichtte van dien Rijksdienst gebruik te schrijft n.l. „Een andere zwaarigheid in de uitvoering van dit plan zoude geleegen zijn, in het alsnog bestaande octroy, schoon er lange jaaren geen gebruik van gemaakt is, 1tot het exclusieve Recht van een Postwaagen tusschen Amsterdam en s Haage te mogen houden, zoo als het tans door den Heer D. C. van Lennep bezeten wordt. En men kan mijns bedenkens, geen nieuw octrooy op die zelfde route verleenen, voor en alleer de tegen woordige bezitter van het oude daarvan afstand gedaan heeft, of zich met de nieuwe ondernemer daar over ver staan heeft, tenzij hij onredelijke pretentien daarover maakende, geconstringeerd wierd het zij weder te rijden, het zij zijn recht af te staan”2). Derhalve I. In 1811 behoorde het octrooi voor een Post- of Sauvegardewagen tusschen Den Haag en Am sterdam nog steeds aan Van Lennep. II. In 1811 was van dat recht al sedert lang geen gebruik gemaakt. Zoodat, d.m., wel kan worden aangenomen, dat de geregelde dienst op 12 April 1801 voor de laatste maal is uitgeoefend.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 182