water een gedeelte uitmaakt, dagelijks door derzelver
sluizen, in de buitenrivier uitloopen; terwijl des zomers,
alle die sluizen doorgaans niet alléén geslooten blijven,
maar omgekeerd het rivier-water door dezelve naar bin
nen doen stroomen om de uitdroogende boezems-water-
ingen, en binnen kanalen van Schieland, Delfland en
Rhynland, met versch water aan te vullen, en de ver
dorde landen te drenken; hier door ontstaat eene
stroomsneiging van de zijde van Schiedam, en alle
andere Maas-steden naar den Haag, welke, zoo zij al
niet hare wateren vervuilde, immers beletten moet het
onzuiver water, buiten hare grachten te kunnen weg
spuijen.
Ten derde is bij de vorige ontwerpen wel gesproken
van sluizen, verlaten en wachtheulen, met ruime riolen,
en waterleidingen, in derzelver zij-muuren als anderzins,
om daar door de spuijingen te bewerken; maar; naar
dien tot dusverre het middel ontbroken heeft, om tot
zulk einde bekwaame sluizen te bouwen, die van weder
zijde water keeren, en naar welgevallen tot de verlangde
strooming, geheel open gesteld, en wederom geslooten
konden worden, zoo ontbrak ook het middel, om krach
tige spuying en stroming van water, door de grachten
van dén Haag, te verkrijgen, en te onderhouden, zonder
zeer groote en kostbare werktuiglijke toestellingen, of
de scheepvaart aanmerkelijk te verhinderen.
Dan nu men het eenvoudig en onkostbaar middel
kent, om met eene enkelde, of met een paar punt deuren,
het water aan beide de zijden der sluis op te houden,
ten einde het zelve beurtelings, door de grachten die
zulks het meeste behoeven te laten stromen; en dat deze
waterdeuren in alle gevallen, het zij dezelve water
keeren, of doorlaten, gemakkelijker en spoediger te
openen, en te sluiten zijn, dan gewone val of draaij-
KONING LODEWIJK NAPOLEON EN DE
170
tiH