9
SIMON DE BRIENNE
x) Trouwboek 's-Gravenhage.
2) Journalen van Constantijn Huyghens den zoon, in: Werken
Hist. Gen., IV, pag. 160.
dat de jonge Constantijn Huygens, ’s Prinsen secretaris,
op tamelijk familiairen voet met hem omging en hem
meerdere malen in zijn „Journaal" noemt.
Men meene intusschen niet, dat De Brienne op grond
van zijn beschaving aanspraak zou mogen maken op den
omgang met Huygens en diens vrienden. Verre van dat.
's Mans eruditie blijkt op een laag peil te staan, hetgeen
niet alleen uit zijn optreden, maar vooral uit zijn brieven
blijkt. Wat te denken van de volgende passage uit een
eigenhandig geschreven beschikking, waarbij hij dia
kenen van de Waalsche kerk in den Haag wil laten ge
nieten van eenige inkomsten van het postmeesterschap
op Bergen-op-Zoom, dat hij op zekeren tijd bekleedde.
Het abominabele Fransch, waarin dit schriftuur gesteld
is, vangt aan met de volgende passage: „Je soupsine et
mengane de donner aux diaquers de la glisse de la hay
au profit des pauvre refugiés et autre generalement tou
le profi qui ma partient pro venu du contract fait avec
les seigneurs du conseil de tat pour le tablicement dune
posterie de la hay abergen op Zoom” Slechts door
een juiste combinatie van lettergrepen is in dit wonder
lijk taaltje eenige klaarheid te brengen.
In 1677 trouwt Simon de Brienne, met Maria Germain:
zij waren 25 April van dat jaar ondertrouwd t). Huygens
schrijft, over deze echtverbintenis vernomen te hebben
„que Brienne, valet de chambre de S.A., s’alloit marier
avec la fille de Germain, cabaretier au Cingel, a la Haye,
n’ayant pas trop bonne reputation” 2). Ook later doen
over Maria Germain en niet minder over haar echtge
noot zonderlinge praatjes de ronde. Nog in 1693 schrijft