HAAGSCHE WATERSCHEIDING 175 f Endeldijk in den Gantel, achter het schut-verlaat litt. C wegloope, zie op de Kaart No. 1 bij letter e2. Deeze vier schut verlaaten, en twee wacht-deuren bui ten den Haag, met het geen plaatselijk in derzelver grach ten diend gemaakt te worden, kunnen een volledige af zondering maken in Delflandsch boezems-wateringen, ten einde een gepast verschil omtrent de hoogte van het boezem-peil te bepalen, volgens welke eene zeer uitge breide streek duin-gronden, en hooge landen, benoorden de nieuwe en Loosduinsche vaarten, voor al des zoomers, de voordeelen van genoegzaam water te behouden, kun nen genieten, zonder de lagere landen in Delfland daar door te benadeelen; en welke afsluiting der voormelde boezems-wateringen, notoir moet bewerken, dat de zui vere duin-wateren, langs geene andere wegen, naar het lagere gedeelte van Delflands boezem kunnen afstroo- men, dan door de grachten van den Haag. Deze afsluiting van Delflands boezem-water, van de Oranje-sluis af, tot aan de waterscheiding van Rhijnland toe, waar in den Haag zich als dan afgezonderd van Delft, en andere plaatsen, zou bevinden, zullen wij voort aan onderscheiden, met den naam van den Haagschen boezem, om dat daar door bewerkt wordt, eene bijzon dere verzameling, en reservoir van zuiver water voor deze plaats. En bij aldien de bekende uitgestrektheid van dien boe zem, breed omtrent één, en lang drie en een half uur gaans, waar in zooveele hooge landen en duingronden zich bevinden, noch ontoereikend bevonden wierd, om wanneer naar toedracht der omstandigheden, de genoem de boezems-wateringen afgesloten kunnen zijn, vooral des zomers, bij aanhoudende droogte, geene genoegzaame hoeveelheid waters, voor de grachten van den Haag konde doen afvloeijen, zoo is, en blijft de Oranje-sluis,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 193