SIMON DE BRIENNE 10 dochter Judith zekeren Pierre 1) Idem, II, 264. 2) Trouwboek 's-Gravenhage. 3) Doopboek 's-Gravenhage. Huygens, dat Johan Baersenburgh, sedert 1674 even eens kamerdienaar van Prins Willem III, die, dit dient er bij vermeld, voortdurend met zijn collega over hoop lag verteld had, dat De Brienne van iemand een paard had gekregen „omdat hij hem doen slapen had bij jo£f. Germain”, namelijk toen hij nog niet met haar getrouwd was. T) De vader van de luchthartige Maria was Jean Ger main, die o.a. in 1653 voorkomt als koopman in wijnen te 's-Gravenhage en later een drankgelegenheid had aan den Hofsingel; hij was getrouwd met Maria Hols2); het staat vast, dat uit dit huwelijk, behalve de latere echtgenoote van De Brienne, nog een gesproten was, die we later als bruid van Persode zullen tegenkomen, en een zoon Philips, die met Catharina Maria van Rijswijk getrouwd was. Deze komt voor als commies bij de thesaurie van den Koning (-stadhouder); hij is het, die in het ouderlijk huis aan den Hofsingel ging wonen en daar o.a. in 1689 zijn gezin met een kind vermeerderd zag. 3) Er was alle aannleiding voor Maria Germain, om haar min of meer twijfelachtige verhouding met De Brienne om te zetten in een geregelde echtverbintenis, nadat laatst genoemde zich in 1676 het voordeelige ambt van post meester op de Zuidelijke Nederlanden, Frankrijk en verder had weten te verschaffen. De aanstelling van postmeesters geschiedde in die dagen, toen de posterij nog niet centraal geregeld was, bij de magistraten der steden, doch het is tevens bekend, dat de stadhouder op deze benoemingen vaak invloed uitoefende door speciale

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 20