Lli ringen geleegen zijn, niet meer het nadeel van onder water te lopen, zouden ondervinden. Dan Haag kan derhalven door deze eenvoudige wer king, merendeels bevrijd blijven, van het bekende nadeel, om veele harer woningen onder water te zien lopen, zon der dat de gesteldheid van Delflandsch boezem, daar door de geringste, immers geene nadeelige verandering ondergaat. Daar Delflandsch keure, de boezemkadens, en water- keeringen, op 18 duimen boven het peil bepaald, en het water dikwerf, bijna op de hoogte van derzelver kruinen waargenoomen is, zoo zal geen algemeen, noch particu lier belang, van de onbepolderde landen of buiten-plaat- sen, die in dezen boezem gelegen zijn, zich benadeeld, maar wel bevoordeeld kunnen achten, als het winter peil, van den Haagschen boezem buiten de grachten van den Haag, op 8 a 10 duimen boven het boezem-peil van Delf land gesteld wordt, om dat bij hoger rijsing van Delf landsch boezem-water, alle de voorgestelde schut-ver- laten, van dit ontwerp, gesloten zouden moeten worden, ofschoon het voormelde boezem-water, zoo als meer malen is gebeurd, hoger mogt worden opgezet. Uit deze bepalingen volgt: dat 'er des winters, geen strooming van water door de binnen grachten van den Haag kan plaats hebben, dan wanneer Delflandsch boe zem-water is gedaald, beneden het Haagschebinnen-peil, dat is tot 4 a 6 duimen boven het maal-peil van Delf landsch boezem: maar ook dan, zoo dra Delflandsch boe zem,zich aan, of beneden zijn peil bevind, zoo als mees ten tijds moet plaats hebben, op dat de molens kunnen malen, zal ’er immediaat, bij de opening van de voor melde wacht-duren, door de binnengrachten van den Haag, eene vrij levendige strooming ontstaan, om dat het Haagsche boezem-peil zich reeds dan 8 a 10 en des HAAGSCHE WATERSCHEIDING 187

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 206