'grachten geslooten blijven, en de Heere-gracht met het
Spui geopend worden, zal het water moeten stroomen,
door de Heere-gracht en Fluwele burg-wal, de Nieuwe
haven, langs de Turf en hout markts grachten, de Scho-
teldoeks en Amunitie haven in het Spui, zoo als dan ge
lijktijdig zal plaats hebben, door de voormelde buiten
grachten, van de Prince gracht af, tot aan de bezuiden-
houtsche brug, alwaar de opening naar de Heere gracht
als dan plaats heeft.
Ten derden: wanneer alle grachten geslooten blijven,
maar de Prince en Heere grachten, met het Spui, ge
opend worden, zullen alle de voormelde grachten, naar,
en door het Spuij, de strooming van zuiver water genieten.
Ten vierden: wanneer in het laatste geval, of in een
der voorige gestelde gevallen, de wacht-deuren van het
Spuij gesloten, maar die van de Nieuwe haven, van de
Pavilloens, of van de Brouwers grachten, elk afzonder
lijk, of zamen, geopend zijn, zullen de uitloopingen, die
in de eerste gevallen, door het Spuij plaats hadden, door
één, twee of de drie gemelde openingen te gelijk, en der
halve de strooming daarna bestuurd kunnen worden.
Ten vijfden: wanneer het Spuij met alle andere grach
ten gesloten blijven, maar de Heere en Prince grachten,
met het schut-verlaat in de west-cingel-gracht bij A2 ge
opend worden, zal ’er door bijna alle de binnen en buiten
grachten te gelijk, strooming plaats hebben: - en in
geval het zoo even gemelde schut-verlaat bij A2 gesloo
ten, en dat in de zuid-cingel-gracht bij B2 geopend wordt,
zal ’er door bijna alle de binnen en buiten-grachten,
(waar onder die gedeeltens, welke in het eerste geval
stil bleeven,) eene omgekeerde strooming ontstaan.
Ten zesde: wanneer alle de wacht-deuren geslooten,
maar die van het Schut-verlaat in de west-cingel-gracht
A2 alléén geopend zijn, zal het water stroomen, bij de
HAAGSCHE WATERSCHEIDING
189