SIMON DE BRIENNE 14 De Brienne met i) Het relaas dezer oneenigheid is ontleend aan: Hof van Hol land, Crimineele dossiers, No. 5315. genden dag was De Brienne met een opgestoken zeil, vergezeld van twee pages, bij Martinière verschenen en had hem verweten, dat hij den tafeldekker opdracht zou hebben gegeven ondeugende pages zoonoodig met schop pen en slaan uit de kamer te verwijderen; een dergelijke behandeling zou uit den aard der zaak niet oirbaar zijn. Kort daarna had De Brienne den gouverneur nog ver weten hem voor leugenaar te hebben uitgemaakt en op de brug van het kasteel had hij hem uitgescholden en met 100 stokslagen gedreigd. Het resultaat van deze op gekropte haat zou de uitbarsting op den Kneuterdijk ten gevolge hebben gehad. De Brienne, voor de autoriteiten ontboden, ontkent echter deze toedracht van zaken en beweert, dat integen deel Martinière hèm drie maanden geleden zou hebben uitgescholden; dat Martinière voorts de ruzie niet had willen bijleggen, maar indertijd verklaard had liever van daag dan morgen met hem de zaak te willen uitvechten. Overigens, De Brienne had niet hierom met zijn stok geslagen, maar louter en alleen, omdat hij het eerst aan gevallen was. Gelukkig voor De Brienne zagen de doktoren den toestand van zijn gewonde tegenpartij gunstig in: een request van zijn vrouw aan het Hof werd dan ook in welwillende overweging genomen en den léden October werd hij, op voorwaarde bij oproeping te allen tijde voor het Hof te zullen verschijnen, vrijgelaten tegen betaling der kosten ten bedrage van 142 guldens en 18 stuivers. De ruzie met Martinière werd bijgelegd en hiervan werd den 15den December van hetzelfde jaar officieel acte gegeven aan het Hof. x)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 24