Majesteit, van de plaats van „house- and wardrobe
keeper” in Kensington Palace afstand doen ten behoeve
van bovengenoemd echtpaar Lowman. Zij verkoopen
hun recht met adhaerente privilegies, ap- en dependen
tiën, voor een som van 1550 pond sterling en een fust
Bourgognewijn, Cotte Rotie” of „Hermitage”, en van
de beste van het jaar. De transactie wordt geacht den
20sten December 1699 te zijn ingegaan; twee dagen
vóór dezen datum is De Brienne nog in functie; dan
gelast Shrewsbury1), de opvolger van Lord Dorsett,
hem, een „crimson and green flowered velvett bed”, dat
stond in de groote slaapkamer in Kensington Palace,
met nog eenige andere meubels te laten overbrengen naar
Hampton Court.
Niet langen tijd later is het echtpaar De Brienne voor
goed naar Holland vertrokken. Den 15den April van het
jaar 1700 beschikten de Staten-Generaal goedgunstig op
een request van S. de Brienne, eerste barbier van Z.M.
den Koning van Groot-Brittannië, om eenige meubels
door de zorg van de Admiraliteit op de Maas uit Enge
land naar Holland te laten vervoeren 2).
Toen nu De Brienne in Holland was teruggekeerd,
wenschte hij een huis te bewonen, zijn geavanceerden
stand waardig. Het portiershuis op het Binnenhof zal
hij waarschijnlijk al spoedig na zijn vertrek naar Londen
verhuurd hebben, want hij was er de man niet naar, om
een of ander object renteloos te laten staan. Het blijkt
dan ook, dat er in woonde de reeds hiervoor genoemde
Gabriel Silvius, hofmeester van Hunne Hoogheden.
SIMON DE BRIENNE
22
Charles Talbot, graaf van Shrewsbury, 1ste secretaris van
Willem III. Lord Dorsett was in 1697 ontslagen als Lord Cham
berlain.
2) Resolution van de Staten-Generaal, 15 April 1700.