SIMON DE BRIENNE
23
zijn zwager Phi-
van den Koning,
huis en erf mitsgaders
den
ver-
wel
Reeds tijdig vóór zijn afreis uit Engeland had De Brienne
werk gemaakt van een huis; den 9den Mei 1698 had
hij nl. voor zich door bemiddeling van
lip Germain, commies bij de thesaurie
van Johan Pauw laten koopen een 1
koetshuis, halve stal en hooizolder, staande aan
Vijverberg te 's-Gravenhage, belend ten Westen de
kooper en ten Oosten de weduwe Vrijbergen, en
voor een som van 20 000 guldens 1
Al eerder schijnt er sprake van te zijn geweest, dat
De Brienne zijn betrekking in Engeland er aan zou wil
len geven om ergens rustig te gaan wonen. Ten tijde
van het proces van Grandval zou Rooseboom, de ad-
vocaat-fiscaal van den krijgsraad, over De Brienne spre
kende, verklaard hebben, dat deze aan iemand in den
Haag had geschreven, dat hij uit Londen „wilde reti
reren ende still gaen woonen". En dit ondanks het feit,
dat hij „sulcke goede saken in Engelt. hadde”. 2).
Wat voor zaken dit waren vermeldt de geschiedenis
niet, maar dat zij voordeelig waren, blijkt onder andere
wel uit de wijze, waarop hij de verbouwing van zijn
nieuwen aankoop aan den Vijverberg liet uitvoeren.
Oorspronkelijk schijnt het zijn bedoeling te zijn geweest,
om enkele verbeteringen aan het gekochte huis te doen
aanbrengen. Den 12den Augustus 1698 kreeg hij consent
om een balcon te laten maken; met een uitgebreide ver
bouwing schijnt toen al een aanvang te zijn gemaakt,
want den 20sten Augustus van hetzelfde jaar werd aan
den metselaar reeds 825 guldens voor metselwerk betaald.
1) Mej. H. J. J. M. van Diepen, Geschiedenis van de huizen
Lange Vijverberg 11 en 12, in Jaarboek van „Die Haghe”, 1938,
blz. 146 vlg.
2) Journalen van Huygens, II, blz. 105.