SIMON DE BRIENNE
24
1) Vermoedelijk de echtgenoote van den in 1694 overleden
meester Cornells ten Hove, secretaris van de Generaliteits-Reken-
kQITId*
2) Nass. Domeinarchief, No. 603, fol. 126 vo.
Kort na 1700 zal het nieuwe huis gereed zijn gekomen;
althans, van dat jaar dateert een opgave var kosten,
door Mevrouw Ten Hove 1die toen het huis ten Wes
ten van De Brienne's huis van Pauw gehuurd had, in
gediend. Zij klaagt, dat zij een jaar lang geen behoorlijk
gebruik van haar huis heeft gehad en dat zij geregeld
de wacht heeft moeten laten houden, om niet door het
werkvolk bestolen te worden.
Als aannemer van het nieuw gebouwde huis aan den
Langen Vijverberg zien we optreden Gijsbert Bloote-
lingh, die reeds vroeger werk had verricht voor De
Brienne; immers, hij was het, die als metselaar het een
en ander verbouwde aan het portiershuis op het Binnen
hof. Hij nu werd aangesteld als „vabryck” en heeft,
blijkens een verklaring van 15 September 1702, de be-,
stekken en teekeningen gemaakt. Als „toeziener” had
hij aangesteld mons, Marckius de Winter, die bij dag
en nacht in het huis had gelogeerd, om te zorgen, dat
de buren geen last van de bouwerij zouden ondervinden.
We hebben hiervóór gezien, dat Mevrouw Ten Hove
reden had eenigszins sceptisch te staan tegenover deze
dag- en nachtveiligheidsdienst.
Het is welhaast een uitzondering, wanneer de namen
van degenen, die in de 17de en 18de eeuw werkzaam
waren bij den bouw van een huis, ons bewaard zijn ge
bleven. Van het huis, dat Simon de Brienne liet bouwen,
weten we nu, dat Gijsbert Blootelingh de architect was.
Hij is ongetwijfeld dezelfde, die voorkomt als architect
en controleur van de grafelijkheidsgebouwen 2). Dank
zij de nota’s van den bouw, die oogenschijnlijk alle be-