4
den uitgebroken Spaanschen Successie oorlog van Ant
werpen op Bergen-op-Zoom verlegd moest worden en
Clignett er van verdacht werd door De Brienne wel
te verstaan van de gelegenheid gebruik te hebben
gemaakt, om niet voldoende in de kosten te contribueeren
en de porti niet naar behooren af te dragen.
Na enkele jaren in het huis te hebben gewoond, werd
de vrouw van De Brienne ernstig ziek. Uit een brief,
welke 's Konings vriend en gunsteling Joost van Keppel
(Albemarle) den 2den September 1701 uit het Loo aan
den raadsheer Schuylenburgh, raad en rekenmeester der
domeinen, schrijft, blijkt, dat juffrouw Brienne „een
dangereux overval” gekregen had; de Koning liet nu
door Albemarle informeeren, of in de waarschijnlijk open
te vallen plaats zijn protégé Willem Carel van Huls zou
kunnen worden benoemd. Voor dezen, die secretaris
van Albemarle was, had de Koning-stadhouder reeds een
jaar te voren een recommandatie aan den magistraat van
den Haag gestuurd x).
Tegen de verwachting in heeft Maria Germain nog
eenige jaren geleefd; eerst in de maand Mei van het
jaar 1703 overleed zij; den 23sten Mei werd zij in de
Groote Kerk te 's-Gravenhage begraven 2). In Februari
hadden Simon en Maria een mutueel testament laten
opmaken; vervolgens had Simon, den 2den Maart, kort
vóór het overlijden zijner vrouw, „aenmerkende des men-
schen leven als een schaduwe vergankelijk en de gemene
schuld der nature, te weten de sekere doot, subject te
sijn”, nog een afzonderlijk testament gemaakt, dat echter
door een later testament van 13 Januari 1707 werd her
roepen.
26
SIMON DE BRIENNE
1) Beide brieven in Gemeente Archief van 's-Gravenhage, O. A., 208.
2) Overluidensregister 's-Gravenhage.
I