SIMON DE BRIENNE
32
1
van
252
,,’t Speelend horlogie404
,,’t Hang horlogie met repetisie 300
,,8 Armblakers2062 17"
De twee koetspaarden gingen voor 240 guldens
de hand, de karos voor 331 guldens, de kales voor
guldens. Apart werden verkocht de pruik van den over
ledene met de fluweelen pruikendoos en de kop, om haar
om te kammen; piëteitvol kocht zwager Germain deze,
wellicht ook met de bedoeling, om de pruik later zelf te
dragen. Aan Philip Germain waren uit den boedel nog
toegewezen de familieportretten, te weten van zijn zus
ter Maria, De Brienne’s echtgenoote, van zijn broe
ders Johan en Daniël Germain, van zijn zwager Persode
en van diens vrouw Judith Persode-Germain. Voorts
een familiestuk, hemzelf, zijn vrouw en zijn overleden
dochtertje voorstellende, alsmede een olijfhouten kabinet.
Het totale vermogen blijkt 234644 guldens te bedragen;
na aftrek van alle lasten blijft er 115685 guldens 10 stui
vers over, welke som op de in het testament genoemde
voorwaarden ter beschikking blijft van de erfgenamen.
Uit de rente van dit kapitaal zijn uitkeeringen gedaan
aan afstammelingen der Veillaume’s. Maar doordat hun
aantal in den loop der jaren steeds grooter werd, ver
minderden de uit te keeren bedragen in evenredige mate.
Ten langen leste was de spoeling zoo dun geworden,
dat de lasten voor den Staat, die sedert de administratie
van het fonds op zich had genomen, niet in verhouding
stonden tot de voordeelen voor de deelgerechtigden,
die zich met een wel zeer gering bedrag in geld per jaar
zagen verrijkt. Bij de wet van 3 April 1922 (Stbl. no. 45)
werd toen, gelijk hiervoor is medegedeeld, besloten, de
stichting op te heffen en het nog resteerende kapitaal
te verdeelen.
De archiefstukken, betrekking hebbende op het fonds