OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ. 40 i) In die over 1506 staat in stede van Aernt Jansz. Jan Arentsz,, wat wel een verschrijving van den rentmeester zal zijn. wordt. Een greep hier en daar te passender plaatse vol doet om den draad verder te knoopen. De rekening (over 5 maanden) van 1492 noemt nog steeds Arent Jansz. de backere en Betge Martins. Het toont aan hoe lang een naam aan zoo'n bezit kon blijven hangen. Straks zullen we daar nog sterker staaltjes van tegenkomen. Iets nieuws geeft de rekening van anno 1500, want de betreffende post luidt dan: „Aernt Jansz. backer nu Pieter Baertsz in den Hage up sijn woninge gelegen by noerden Hage verschint lambaerty anno vyftienhondert facit ij 1b”. De rechtstreeksche opvolger van Aernt Jansz. komt daarmee voor het voetlicht. Als randopmerking is toegevoegd: Westambochte van den Hage. Ik zie daarin de uiting van een lateren rentmeester of van een regent, die de plaatsbepaling bynoerden Hage onvoldoende oor deelde en ze meende te kunnen verduidelijken door de woning van Aernt Jansz. een ligging in het Westambacht toe te schrijven. Maar ,,by noerden Hage” juist gebruikt, sluit m.i. het Westambacht uit. Het zal trouwens uit het vervolg met zekerheid blijken, dat de woning in het Oostambacht lag. Wordt in de rekeningen over 1501 1505 steeds ge waagd van Pieter Baertsz's woning gelegen bij noorden der Hage, welke Aernt Jansz. 1toe te behooren placht, die van 1507 doet ons een nieuwen eigenaar kennen: „Up Pieter Baertsz. woninge nu Jan Bruynz. leyt by noerden Hage ende verschint lambaerty anno XVC ende seven ij 1b”. Een aantal volgende jaren vermelden den post op gelijke wijze, maar soms met Jan Bruyn in stede van Jan Bruynz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 52