2 grooten vlaams een schelling bleef heeten, gold het oude pond hollands voortaan 15 schell., het nieuwe pond of de gulden 20 schell. De volgende rekeningen telkens over één jaar geven nu steeds 30 schell. als inkomst uit dezen post op. Terwijl de rentmeester in 1538 nog geen afstand heeft kunnen doen van de plaatsaanduiding „bij noerdenhoudt”, komt de zaak in 1539 weer in het reine door de om schrijving der ligging als „bij noerden Haeg”. In de rekening van 1542 treedt er weer een wijziging in de plaatsbeschrijving op, maar ook ditmaal een in de goede richting: Van Jan Bruijnsz. over een jaar „upstal” op zijn land of woning „leggende noertwaer oüer, omtrent die galch”. Dat zinnebeeld der gerechtigheid blijft dan getrouw in de rekeningen prijken tot 1551 toe, na welk jaar zich helaas opnieuw een leemte in de reeks der rekeningen openbaart, die eerst in 1580 eindigt. Maar het geluk zit ons mee, want nog vóór 1551 krijgen we volkomen zekerheid aangaande de juiste ligging van het grondstuk, die na de wisselvalligheid in de plaatsaandui ding in den loop van de voorafgaande halve eeuw met voldoening te begroeten is. Blijkt de woning in 1543 „noertwaerts by de galch”, in 1544 „noertwestwairts van de galch” te liggen, in 1547 wordt de formule „noertwest van den Haege by de galch” en ten slotte in 1549 de plaatsaanduiding neemt steeds in scherpte toe „noertwest by de gallich ten halff wegen Scheuen- ynck”, welke omschrijving zich dan herhaalt in de reke ningen over 1550 en 1551. Alles bij elkaar genomen mag de ligging zoo juist mogelijk aldus onder woorden wor den gebracht: noordwest van Den Haag bij de galg hal verwege Scheveningen. Met dit eindpunt in de reeks van bepalingen omtrent de ligging hebben we reden volop tevreden te zijn. Want dank zij de vermelding van die OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ. 42

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 54