OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ. 46 geen vol- 1) Het is mij op den duur duidelijk geworden, welke perceelen land het Claas Robbrechtszoons land der hofboeken besloeg. Ik hoop dat later voor de lezers uiteen te mogen zetten, maar wil er bij deze gelegenheid reeds op wijzen, dat dit land uit twee enclaven bestond. Een daarvan lag in het Kleine Veentje, was ten zuiden door de banwatering daarin begrensd en bestond uit eenige naast elkaar gelegen perceelen. De andere enclaaf was te vinden in de vallei van Segbroek in het oostambacht en bevatte een woning. Ik verzoek den lezer mijn vroegere mededeelingen omtrent het Cl. R.zoons land voorloopig in dien zin aan te vullen en te ver beteren en op het kaartje in de bijdrage van 1941 (eerste kaartje tegenover bl. 168 in het Jaarb. Die Haghe) het gedeelte van de vlakte van Segbroek in het oostambacht ook als Wassenaarsch veenpachtgebied (doch met een enclaaf van grafelijke hofpenning) aan te merken en dienovereenkomstig met het merk c? te beleggen. anders dan de beek van Segbroek kan verstaan, deels door den befaamden Rijnweg, den verkeersweg, die uit het Westland komende, langs den zuidkant van Seg broek liep. Maar vooral de naam van Daniel Heinriksz. mag niet onopgemerkt blijven, want zoo heet ook de persoon, die in het hofboek van 1512 te boek staan als landeigenaar in het Claas Robbrechtszoon land. Onmid dellijk west van het duinslag naar Scheveningen lag dus het bezit van Jan Bruynsz. en weer west daaraan grensde het land van Daniel Heinriksz. Daarmee is een der onderdeelen van het Claas Robbrechtszoons land terecht gebracht. 1) We zullen verderop zien, dat dit volkomen klopt met andere gegevens. Deze bevestiging is nood zakelijk, omdat men tegen de gelijkstelling van het bezit van Daniel Heinriksz. in Segbroek met een bepaald deel van het Cl. R. zoons land zou kunnen aanvoeren, dat hij ook nog elders in het veenpachtgebied van het huis Wassenaar gegoed kon zijn geweest en dat dan de in bet hofboek van 1512 op zijn naam staande post op dat andere goed betrekking zou kunnen hebben. Die tegenwerping zou te meer klemmen, wijl er

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 58