EN HET BUITENGOED ZORGVLIET 47 Haagambacht. 2) ledige opsomming der landerijen van het bedoelde veen- pachtgebied bestaat vóór ongeveer het midden van de 16de eeuw. Maar desondanks durf ik thans met stel ligheid beweren, dat het landgoed van Daniel Heinriksz. in den oostelijken uitlooper van de vallei van Segbroek een deel van het Cl.R.zoons land der hofboeken moet zijn. Ik vertrouw, dat in den verderen loop van mijn betoog de lezer die zelfde zekerheid zal verkrijgen. Na deze bespreking van de belendingen uit den koop brief van omstreeks 1507 laat ik nu aan de beurt komen de akte uit het Schepenregister, waaruit we den opvol ger van Jan Bruynsz. als bezitter van het betreffende land leeren kennen. De hypotheekschuldenaar heet Wil lem Dirksz., wonende „onderduyn2) by noerden den Haghe”. Hij neemt in het voorjaar van 1541 geld op van de weesmeesters van Den Haag en stelt daarvoor zijn woning en landen borg. Men vindt deze akte in haar geheel opgenomen als bijlage in mijn bijdrage over de Wassenaarsche veenpacht van 1939 3De belen dingen zijn: In de kohieren van den tienden penning van De uitdrukking „onder duin" gebruikte men oudtijds, bijv, in Haagambacht en in Zuidwijk om aan te duiden, dat een terrein gelegen was onmiddellijk ten zuiden van de graaflijkheidswildernis, wel te verstaan uitsluitend die van de zeeduinen en niet die van de binnenduinen of klingen. De bewoners van de aan den binnen zoom der zeeduinen gelegen hofsteden kregen somwijlen den toe naam „onder duyn” of in één woord geschreven „onderduyn”, dus met de beteekenis, dat zij „onder duin woonden”, welke laatste uitdrukking ook wel voorkomt. Blijkbaar als echten achternaam ontwikkeld treft men hem aan in de hofboeken van Den Haag (Verg, den klapper, uitgave Pabon, bl. 561), 3) Jaarb. Die Haghe 1939, bl. 275, bijlage 3a. Zie ook bijlage no. 1 achter de loopende bijdrage bevattende een akte uit de Wees kamer van Den Haag (Inv. no. 121, (xxii), f. 78v (gedrukt), f. 92v potlood).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 59