1
49
EN HET BUITENGOED ZORGVLIET
geboomte
Z.
van
4
en landen met huis, schuur, barg en
a) een eigen woning
groot 10 mg;
W. Dirk Jansz. (d.i. Dirk Jansz. Pint);
Scholden (lees: Scholdam, d.i. Cornelis Willemsz. Schol-
dam) en
O. Willem Goudt
Montfoert)
N. de wildernis;
b) de veenwei begrepen in de 10 mg liggende in het Noordveen;
W. Cent Maertsz.
N. Scholdam (d.i. Cornelis Willemsz. Scholdam);
O. Dirk Pint (d.i. Dirk Jansz. Pint);
Z. de watering.
Terloops zij hier opgemerkt, dat de belendingen in al deze
akten alleen begrijpelijk worden voor wie een uitvoerige studie van
alle landerijen en woningen in het betreffende gebied gemaakt heeft,
maar in dat geval leveren zij geen enkele zwarigheid meer op dan
alleen deze, dat het soms wegens gebrek aan op kaarten berustende
gegevens ondoenlijk is scherpe grenzen te bepalen.
Heijl Zieren erfgenamen;
en Montfoert (d.i. Cornelis Jansz.
de langdradigheid te besparen van een uiteenzetting,
waarin uit de belendingen der gegevens van de zoo even
genoemde vier jaren de identiteit der grondstukken af
geleid wordt, zal ik een anderen weg inslaan, die op
kortere wijze het gestelde doel bereikt. Daartoe licht ik
uit het kohier van den tienden penning van 1561 (om
zijn volledigheid en nauwkeurigheid boven de andere
te verkiezen) de opgave van het gansche landbezit van
Willem Dirksz. binnen de grenzen van het volledige
Haagsche plattelandsgebied. Hij blijkt dan slechts te
boek te staan voor de volgende posten. In het vierde
weer (d.i. de vierde strook loopende van west naar oost)
van het Klein Veentje gelegen aan de noordzij van de
watering: Willem Dirksz. wonende benoorden Den
Haag bruikt 3 morgen weiland hem eigen toebehoo-
rende; dan verder in het vijfde weer benoorden het
Kleine Veentje gelegen, d.w.z. in Segbroek in het oost-
ambacht: Willem Dirksz. wonende benoorden Den Haag