OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ.
50
x) Arch. Staten van Holl. vóór 1572, no. 1270, anno 1561,
f. 48 (4e weer), f. 52 (5e weer).
bruikt en brengt aan zijn huis; bruikt nog 2 morgen
weiland benoorden zijn huis; bruikt nog 5 morgen geest
land, dat men somtijds bezaait met rogge i). Als pachter
komt hij voor met 3 morgen weiland in het Bezuiden-
hout en samen met Claas Pietersz. met 6 morgen hof
land in den Zusterpolder. Dit gehuurde land ten ZO
en ZW van Den Haag kan natuurlijk buiten beschou
wing blijven. Het perceel weiland in het vierde weer in
het Kleine Veen is de veenwei of het stuk land in het
Noordveen uit de akten van de jaren 1541, 1543, 1563
en 1565. Ook dit gaat ons hier verder niet aan. Maar
het land in het vijfde weer, d.i. in de vlakte van Segbroek
in het oostambcaht komt overeen met de 7 morgen,
die met de 3 morgen van de veenwei het volledige eigen
bezit van (nominaal) 10 morgen van Willem Dirksz.
uitmaken. Ik meen hiermede te hebben aangetoond èn
dat Willem Dirksz. de nazaat van Daniel Heinriksz.
was èn dat Cornelis Jansz. van Montphoorts woning,
die afkomstig was van Jan Bruynsz., het landgoed van
den laatstgenoemde in de vlakte van Segbroek naast
den Scheveningschen weg was. De beschikbare ge
gevens laten zich als stevige en goed passende schakels
tot een hechte keten aaneen smeden. De plaatsaandui
ding van het landhuis van Jan Bruinsz. „noordwest van
Den Haag bij de galg halfweg Scheveningen”; Daniel
Heinriksz. als belender in den koopbrief van omstreeks
1507; dezelfde als eigenaar in het Claas R.zoons land
in 1512 (hofboek); de identiteit van dat in 1512 hem
toebeheerende vaste goed met dat van Willem Dirksz.
in 1561 (hofboek); het feit, dat Willem Dirksz. in 1561
(kohier tiende penning) ten plattelande geen ander vast