den tienden penning1) licht dns dan in, dat de erf
genamen van Cornell's Jansz. van Montphoert eigenaars
zijn van twee perceelen land in het reeds boven ter
sprake gekomen vijfde weer benoorden het Klein Veen,
nl. 4 morgen teelland en 4 hont weiland. Het zijn de
meest oostelijke landerijen in dat weer en westwaarts
grenzen zij aan het eigendom, bestaande in woning en
landen, van Willem Dirksz. De grond is in erfpacht
uitgegeven en de pachter heet Jan Dirksz. alias Rijcke
Jan, een persoon, die onzen weg nog eenige malen zal
kruisen. De tekst van het kohier maakt op deze plaats
fol. 52) geen melding van een huis. Slaat men echter
fol. 47 van het zelfde kohier op, waarnaar in de be
doelde post op f. 52 verwezen wordt, dan blijkt Jan
Dirksz. in erfpacht te hebben 2 morgen weiland in het
vierde weer in het Klein Veen aan de noordzij van de
watering toebehoorend aan Aaltgen van Montphoort en
meer landen als o.a. „een stuck van iiii mergen mit thuys
fo. 52”, dus de 4 morgen in Segbroek van de erfgena
men van Corn. Jansz. van Montphoort. Er stond dus
wel een woning of huis op het land. Toch woonde
Rijcke Jan niet daar, maar bij den noordmolen; hii had
nl. ook nog in huur het landgoed van wijlen Willem
Goud en het daarop staande huis had Rycke Jan tot
zijn woonstee uitverkoren2). Dit landgoed staat in het
OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ.
56
houtsche kwartier is naar hem vernoemd. (Die Haghe, 1925/27,
bl. 293).
Arch. Staten van Holl. vóór 1572, no. 1270, Haagambacht,
anno 1561. Zie bijlage no. 2 hierachter.
2) In het kohier van 1561 wordt alleen gezegd, dat hij „buyten
den Hage bij de noortmolen" (f. 47) of ..benoerden den Haeoe”
(f. 49, f. 50woonde. Die noordmolen wijst reeds op een zuide
lijker gelegen woning dan halfweg Scheveningen. In een onderschrift
bij een akte in het cartularium van de Memorie van de St. Jacobs-
kerk in Den Haag vindt men opgegeven, dat een bijdrage uit een