nl. wijlen Willem Gouden woning resp. de erfgenamen
van wijlen Willem Goud eischt nog in het bizonder ver
klaring. Want de verschijning van Willem Gouds wo
ning in een belending om en bij de vlakte van Segbroek
in het oostambacht zal menigeen als een geweldig strui
kelblok voorkomen om de hier aangeboden vertolking
van de plaatsaanduidingen en belendingen als juist te
aanvaarden. Ik moet erkennen er zelf aanvankelijk mee
verlegen te hebben, gezeten, maar dank zij een uitvoerige
en zorgvuldige vergelijking van een zoo volledig mogelijk
door mij bijeengezochte verzameling gegevens uit sche
penbrieven en andere archivalia van de 16de tot in de
19de eeuw, die op het Kleine Veentje en op Segbroek
in het oostambacht betrekking hebben, ben ik thans in
staat de afdoende oplossing van dit schijnbare raadsel
te geven.
In een van mijn vorige bijdragen in dit Jaarboek1)
werd reeds uiteengezet, dat men onderscheid dient te
maken tusschen het bezit van Willem Goud in en ach
ter het Noordeinde en het vaste goed, dat hij zich ge
leidelijk door aankoop in het Kleine Veentje benoorden
de Watering verworven had. Het stadshuis, dat Willem
Goud in het Noordeinde had laten bouwen en be
woonde, vindt men aangeduid als „zijn (groote) huis”,
terwijl de „woning van Willem Goud” de gewone be
naming was voor zijn landbezit met de er op staande hof
stede benoorden de watering in het Kleine Veentje. De
schakel tusschen beide deelen van zijn bezittingen
bij het huis in het Noordeinde strekte zich nog een
groote boomgaard achter de erven van de Molenstraat
OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ.
58
1) Jaarboek Die Haghe 1939, voornamelijk op bl. 229. Men
vergelijke daarbij het kaartje tegenover bl. 219 in de zelfde bij
drage. In de toelichting onder het kaartje vervange men het woord
„grachten" door „gerechten".