EN HET BUITENGOED ZORGVLIET 59 Arch. Staten van Holl. vóór 1572, inv. no. 1269, f. 661. Hierin moet ook begrepen zijn de Willem Goudslaan, daar deze in de opsomming der landerijen uit het derde weer van het Kleine Veen ontbreekt. 2) Arch. Staten van Holl. vóór 1572, f. 49, 50. Zie bijlage no. 2 achter deze bijlage. haar tweeden echt- smakelijk verteld 1899. Deze aan- om de opvolging van Jan van Boodegem (Bodegem, Bodeghem) in een van het voormalige bezit van wijlen Willem uit werd gevormd door de Willem Goudslaan in het Kleine Veentje bezuiden de watering; met houtgewas beplant zijnde vindt men die laan soms als „bosch” be titeld. Het huis in het Noordeinde met den bedoelden boomgaard komt voor in het kohier van den tienden pen ning van de huizen in Den Haag anno 1561 op naam van Guillaume le Grandt, baljuw van Den Haag, den tweeden echtgenoot van Gouds toen reeds overleden weduwe t). Het buitenhuis met de omgevende landerijen is in genoemd kohier te vinden in het vierde weer van het Kleine Veentje, d.i. benoorden de watering daarvan. Al wat daar op naam van Jan van Boodegem en con sorten staat, stelt voormalig bezit van Willem Goud voor.2) Over dit punt zal ik hier niet verder uitweiden, maar alleen aanstippen, dat Jan van Boodegem de zelfde persoon is als de Jan Frangois, van wiens processen met de weduwe van Willem Goud en genoot Le Grandt Th. Morren zoo heeft in het Haagsche Jaarboekje van duiding moge hier volstaan om de opvolging Francois gedeelte Goud te verklaren. Maar de opmerking zal terecht geuit worden, dat daarmee nog niet duidelijk geworden is, hoe „wijlen Willem Gouden woning” bij een belending van een hofstede in het vijfde weer, d.i. in Segbroek in het oost-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 71