duinlanden of klingen noordwaarts uit op de geestlanden
en klingen van Willem Dirksz. x)
Het verdient opmerking, dat men dezen duingrond,
huur of erfpacht dus van de Domeinen, soms met den
eigen grond als één geheel samenvatte en de belendin
gen van het zoo gevormde complex opgaf, dan weer
alleen de begrenzing van het eigen, allodiale goed aan
duidde en van de rechten op den domeingrond èf in
het geheel niet óf op meestal vage wijze gewag maakte.
Samengenomen en als één geheel beschouwd, wordt het
voormalig bezit van Willem Goud benoorden de wate
ring van het Kleine Veentje bijv, beschreven in de
bovengenoemde akte van 1544, wanneer zijn weduwe
zeer kort na haar mans dood hypotheek op haar vaste
goederen neemt. De noordgrens reikt dan met de beek
tot den Rijnweg en langs dien weg westwaarts op. Maar
wanneer mr. Otto van Arckel, een nazaat van Willem
Goud, in 1584 de woning van wijlen Willem Goud tot
waarborg voor een bepaalde transactie stelt, wordt ge
sproken van een huizinge met haar toebehooren groot
omtrent 16 morgen behalve de klingen Die 16 morgen
komt men in de schepenregisters herhaaldelijk tegen,
wanneer de voormalige buitenplaats van Willem Goud
het voorwerp eener transaktie is en dan heeft men als
noordgrens te maken met de laan, die van den Scheve-
ningschen weg naar het buitenhuis leidde. Uit die laan
heeft zich het begin van de Laan van Meerdervoort
ontwikkeld. Philips Doublet, eerste rekenmeester en ont-
vanger-generaal, die reeds eerder een gedeelte van
Gouds voormalig buitengoed, waaronder ook het huis,
EN HET BUITENGOED ZORGVLIET
61
x) Transp. Den Haag, inv, no. 396, f. Iv, 13/2/1577, klapper-
DO. 229.
2) Transp.. Den Haag, inv. no. 397, f. 481, 29/9/1584.