I
I
gekocht had1), wist in 1610 ook de hand te leggen op
zekere klingen benoorden dat huis en deel uitmakende
van de nalatenschap van bovengenoemden Otto van
Arckel2). Naderhand in 1708 en 1710 verkoopen latere
opvolgers van den voorzegden Doublet in al dit bezit,
met name Susanna Huygens, wed. van Philips Doublet,
heer van St. Annaland, Philips Doublet, heer van Mog-
gershil, Constantijn Huvgens, heer van Zeelhem, ge
huwd met Philippine Doublet van St. Annaland en
Matheus Hoeuft, gehuwd met Constantia Theodora
Doublet van St. Annaland, stukken van deze klingen aan
Johan Cunes en aan Willem Bentinck, graaf van Port
land en eigenaar van Zorgvliet. Een dier stukken strekte
van de heining van Zorgvliet zuid aan langs de heining
van het buiten van de Prins van Hessen-Cassel 3). Ook
hier dus weer een gemeenschappelijke grens tusschen
een landgoed in Segbroek en een in het Kleine Veentje
door middel van de klingen der wildernis.
Op grond van de hier boven aangehaalde en van tal
rijke andere belendingen komt het vast te staan, dat de
strook binnenduin of wildernis in het oostambacht tus
schen het Kleine Veentje en Segbroek of anders ge
noemd het Oostblok, geheel verpacht of verhuurd was
aan grondeigenaars in die twee gebieden. Er zijn mij
echter geen oude kaarten bekend, die uitsluitsel geven
over de afscheidingen van bezit in deze domaniale klin-
OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ.
62
1) Transp. Den Haag, inv. no. 415, f. 141v, 19/11/1607, klap-
perno. 775 (land). Transp. Den Haag, inv. no. 416, f. 39, 13/2/1608,
klapperno. 794 (huis). De verkooper Peter Crewinckel was ge
huwd met de oudste dochter van mr. Otto van Arckel. (Verg.
Transp. Den Haag, inv. no. 413, f. 133, 4/6/1605, klapperno. 487).
2) Transp. Den Haag, inv. no. 418, f. 148v, 29/4/1610, klap
perno. 90.
3) Transp. Den Haag, inv. no. 452, f. 378, 6/11/1708, klapper
no. 1425.