65 EN HET BUITENGOED ZORGVLIET Willem Centen; van den ontvanger Philips 1) Transp. Den Haag, inv. no. 423, f. 347, 23/7/1616, klapperno. 1287. De belendingen moeten beschouwd worden als voor het ge- heel van het landgoed te gelden. 2) Ik zal mij beperken tot een van de gegevens, die dit aan- toonen. De eerste rekening van Corn, van Coolwijck. rentmeester van het Geestelijk Kantoor van Delft, over 1572—1578 (Collectie Vredenburch, A.R.A. inv. no. 33, f. 51 Iv) vermeldt, dat „op Willem Centez. als possesseur van de woninghe ende landen van Willem Dirksz. gelegen by noorden den Haighe" een zekere rente 5 gasthuis in 1584 afgelost. Welke veronderstelling men ook wil maken omtrent samenhang tusschen de rente van 30 stuivers uit de rekeningen van vóór 1552 en die uit de jaren 1580—1584, zoo heeft toch in elk geval het archief van het St. Nicolaas Gasthuis na 1584 ten aan zien van de bedoelde renten voor goed voor ons af gedaan. Ik wend mij daarom weer tot de zoo even ge noemde akte van 23/7/1616. Op dien datum droegen de erfgenamen voor 2/3 in de nagelaten goederen van Aaltje Jans, hun zuster en moei resp., aan (den procureur) Hendrik Smout voor hem of zijn meesters, die hij nomineeren zal, o.a. 2/3 van 4 morgen lands met huis, schuur, barg en geboomte op en wel met de volgende belendingen: -1) O-zijde: de griffier Aertsz, en de heerweg naar Sche- veningen; Z-zijde: de erfgenamen Doublet; W-zijde: de voorn, erfgenamen en N-zijde: de wildernis of duinen. Die grenzen slaan op het buitengoed van wijlen Corn. Jansz. van Montfoort. Philips Doublet was door aan koop nazaat geworden op Willem Gouden woning met de bijbehoorende klingen, zooals boven reeds kortelijk uiteengezet is. Willem Centen zat als eigenaar op de voormalige woning van Willem Dirksz.2) De griffier

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 77