HET BUITENHOF 86 woond. Omstreeks den tijd van zijn dood duikt ook een achternaam op, hij heet dan Kiggelaer. Kiggelaer is al oud. Al vóór het midden van de zestiende eeuw heeft zijn vader, Gillis Matthijsz, het huis gebouwd. Deze heeft het echter verlaten. Telkens is het vergroot. Het bestaat dan nu uit een voor- en een achtergebouw, zoo- als de kaart doet zien. In 1578 is het teruggekocht door den zoon, die er sindsdien met harden arbeid een zuur stuk brood heeft verdiend. Nog drie jaar lang zal hij leven. Zijn e f reikt naar het Zuiden tot aan de planken heining van ,acob Hailing, dien we zoo-dadelijk zullen ontmoeten. We zetten onzen rondtocht voort en komen nu aan het uitermate statige huis van Ventidius Riccen (ook wel Rixen gespeld). Het front neemt zeker, losweg ge schat, een vijf en dertig meter in beslag. De kaart doet dan ook een middenbouw zien, die hooger is en verder naar achteren reikt dan de beide vleugels en die aan den voorkant nog een met een trapgevel gesierden uit bouw vertoont: vermoedelijk het in 1612 gezette salet met twee bovenkamers. Hiervoor toch heeft Riccen een verguning noodig gehad, die hem in staat moest stellen, een voet of vijf, zes (ca. twee meter) verder dan de oor spronkelijke rooilijn naar het plein op te bouwen. Aan de Zuidzij van het Buitenhof is dit dan nu het verst naarvorengeschoven bouwsel geworden van de heele rij. Langzamerhand zal men alle huizen tot op de rooilijn van dit salet naar voren zien komen. Dit echter eerst over een twintigtal jaren. Dan vindt men, dat een strakke rooilijn een onontkoombaar vereischte is. Ventidius Riccen is Rekenmeester, d.w.z. lid van de Rekenkamer. Hij werkt er dus toe mede, zichzelf de verguningen te verschaffen, die hij noodig heeft. Meer zelfs. Hij ligt met vroegere eigenaars overhoop. Het huis

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 101