HET BUITENHOF
88
de
als
een eindweegs naar
vierkante ruimte vrij,
en de glin-
bedrag van 300 gulden! Dit geeft hem een machtsmiddel
in handen, waarvoor de Laps wel zullen zwichten! Hee-
ren Rekenmeesters gaan, inderdaad, op het voorstel van
hun collega in. Toch zal het tot 1620 duren, vóór hij
het laatste vierdepart vermeesteren kan. Dan is, klaar
blijkelijk, de weduwe Lap gestorven en koopt hij het
langbegeerde deel van den oudsten zoon.
De uiterste vleugel van het groote huis van Riccen
grenst aan een klein gebouw op den hoek van dat deel
van het plein, dat naar den Cingel van den Hove
voert. Het is aanzienlijk ouder dan de huizen er
naast. Het is het vroegere Waschhuis van de Ka
pel van den Hove, waar de misgewaden en andere
tot den eeredienst behoorende weefsels gereinigd wer
den. Daar waar nu huizen staan, tot aan den thans ver
dwenen Diefsteen toe, strekte zich destijds het bleek
veld uit van de oude Lavanderie, zooals bet Waschhuis
doorgaans genoemd wordt. Sinds in de Hofkapel de
Roomsch-Katholieke eeredienst is gestaakt, is van het
Waschhuis een woonhuis gemaakt. Jarenlang is het be
woond geweest door Geerlof Bonzer, Kamerbewaarder
van de Staten van Holland. In 1609 leefde hij nog, in
1611 niet meer. Sindsdien zijn zijn weduwe en erfge
namen in zijn rechten getreden. Straks keert het aan
Grafelijkheid terug, die in 1622 Bonzers opvolger
Kamerbewaarder van de Staten, Johan van Houckgeest,
gelasten zal, er zijn intrek te nemen.
We moeten, om den hier gelegen zak van het Buitenhof
binnen te gaan, heenloopen om een tuintje, dat den hoek
in beslag neemt en door een glinting is afgesloten. Het
eerstvolgende huis toch, Bos en van Harn doen het dui
delijk zien, springt, Zuidwaarts,
achteren en laat op den hoek een
die ook in onzen tijd nog bestaat. Het tuintje