ting, echter, treffen wij op hun kaart niet aan. Het huis,
dat in de zestiende eeuw „het Wapen van Nassau” ge-
heeten heeft, heet nu „het Wapen van Oranje”. Sinds
1611 is het in het bezit van Eduard Fouler. Onder diens
voorganger, Arend van Woestinckhoven, is het jaren
lang herberg geweest, wat verwonderlijk is, daar anders
de Prins in zijn naaste omgeving geen herbergen duldt.
Misschien een traditie, waaraan hij niet wilde raken.
Wat Fouler omhanden heeft, deelen de stukken niet
mee. Voordeelig heeft hij niet geboerd, want in 1623
wordt zijn huis aangeslagen en wegens schulden ver
kocht. De kern ervan dateert al van meer dan een eeuw
geleden. Het is in 1504 als een nietig huisje door Wil
lem Jansz., bode, gezet. Een achtererf heeft het niet:
het lijkt op het oog in den tuin van Riccen te staan.
Van oudsher forscher en belangrijker is het buurhuis
met zijn geweldige erf. Het is een uitgebreid complex.
In den loop der jaren wordt het door aan- en bijbouw
met daaropvolgende splitsing tot twee en zelfs tot drie
huizen omgevormd. Best mogelijk, zelfs niet onwaar
schijnlijk, dat ook thans het meest naar het Noorden
gelegen deel, dat een achterplaatsje en daarachter een
tuintje heeft dit tuintje stoot tegen dat van de Kigge-
laers aan aan derden verhuurd is. Het geheele com
plex bestaat ten eerste uit de twee panden, die het ach
terplaatsje achter zich hebben, en vervolgens uit het zoo
veel donkerder geteekende complex, dat ten Zuiden daar
van ligt. Oorspronkelijk behoorde ook het langere, bleek-
geteekende, pand, dat zich nog weer verder naar 't
Zuiden uitstrekt, erbij, maar dit is nu de Stal van de
Edellieden van den Prins. Ja, nog zuidelijker reikte het
erf. Het ging tot aan den hoek, dien wij weinig verder
binnenwaarts zien inspringen. Huizen stonden hier toen
nog niet. Heel het achterliggende terrein tot aan de rechte
VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650
89
I