HET BUITENHOF
92
wordt bepaald, zullen
i en andere plantagiën
langgerekte gebouw is de Turfschuur van den Hove,
in het zuidelijke stuk woont de Brandmeester zelf. Al
sinds 1577 is hij in functie, De man moet dus al op
jaren zijn. Ook hij heeft achter zijn huis, alsmede achter
de schuur, de beschikking over een zeer ruim erf, dat
zich in ’t Westen uitstrekt tot aan het Noord-Zuid
loopenden deel van de Beek.
Aan de overzij ligt, sinds het vroegere Timmerhuis
aan zijn bestemming onttrokken is, het Timmerhuis van
den Hove. We zien geheel aan den Zuidkant het huis
en de werkplaats van den Timmerman, daarvóór een
plaatsje met een put in het midden en rechts, langs den
tak van de Beek, welke ook hier naar het Noorden loopt,
enkele loodsen en een open werf, waar de balken tegen
de muren opstaan. Pieter Amen, de Timmerman, is een
paar jaar geleden gestorven en vervangen door Pieter
Klaasz. Bossy.
Achter het Timmerhuis, aan den anderen kant van
het water, ligt het huis „in Teylingen” en aan den over
kant van den Cingel van den Hove een erf met twee
huizen, dat sinds 1594 bij Pieter Amen in gebruik
is geweest en dit, blijkens de planken en balken, die
er liggen, bij zijn opvolger nog is. De huizen, echter,
behooren aan Neeltje Cornelisdochter, de weduwe
van Pieter Amen, persoonlijk toe. In het linksche,
het meest westelijke, woont ze, het andere heeft ze ver
huurd.
Tenslotte volgt dan een erf, dat van ouds „het Klein
Akerland” heeft geheeten. Ik kan, helaas, niet zeggen,
aan wien het in 1616 toebehoort. In 1618, echter, komt
het in het bezit van Pieter de Handschoewercker, Notaris
publicus en Procureur voor den Gerechte van 's-Gra-
venhage. Na zijn overlijden, zoo
alle glintingen, heiningen, boomen