I
95
VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650
A.
Nrs. 22 Urn 27
O.-waarts
HUIZEN BIJ DE GEVANGENPOORT
AAN DE OOSTZIJDE
tegen den Hofvijver
x) Over de Bennincks. vader en zoon, vrij uitvoerige mededeelingen in Smit, Den
Haag in den Geuzentijd. Zie register.
22
Vóór 1530. Schoenlappershuisje.
1530. Op 20 Maart 1530 krijgt Jan Gillisz., schoenlapper, con
sent, het huisje, dat op invallen staat, te vernieuwen en Ó.-waarts
te vergrooten (200, advRG 17 Jan. 1609).
23 t/m 26
1539, 19 Sept. Mr. Jan Plumeon is een belangrijk figuur in de
geschiedenis van de Hofstad. Hij is de .eerste Secretaris van Den
Haag. Al in 1517 treedt hij als zoodanig op (De Riemer II, 182).
Zijn opvolger is Adriaan Matthijsz. Benninck, getrouwd met zijn
dochter Alijd (Jrb. 1902, 348). Daar deze „met de vyanden van
meeninge soude zijn te vertrecken,” wordt hij op 28 October 1574
vervangen door zijn zoon Matthijs (ibid., 349; resol. St. v. Holl.
19 Oct. en 28 Oct. 1574) 1). In 1539 is Plumeon tevens „conchierge
van den voorlogys van den hove” (Jrb. 1902, 167), dat den stad
houder, den Graaf van Hoochstraten, tot verblijf verstrekt (ibid.,
104). Als hij in 1550 sterft, woont hij op het Binnenhof in een
huis, dat „de Kinderkamer" heet, dat na hem komt aan Jan Sohier,
maar waar in 1566 zijn schoonzoon Benninck verblijf houden zal
(Jrb. 1900, 89 en 1902, 107). Ook aan de Kapelsbrug heeft .hij
een huis bezeten, dat echter door de Magistraat van hem wordt
overgenomen (Hb. <1561, 432). In 1539, dan, vinden wij hem aan
den vijverkant. Hij heeft aan Heeren Rekenmeesters te kennen
gegeven, „hoe hy int Nederhof inden Hage byde Voorpoorte
staende heeft een cleyn huysken", dat vernieuwing behoeft. Hij
vraagt dus consent, „omme tselve huysken, dat nauw ende laech
is, te mogen optrecken gelijck 't ander huysken, daer .naest staende,
ende een ofbesloten erfken, daer aen wesende, te mogen betym-
meren, omme daer een deure ende inganck te maken.” De Re-