HET BUITENHOF
96
en Cornells Plumeon (tMD 133).
x) Bij doode van Mr. Jan Plumeon, zijn vader, wordt dan ook op 5 Juni 1551 met
13 morgen lands in Ketelambacht verlijd Pieter Plumeon (Alg. R. A., Leenkamer 127).
Met hetzelfde goed was Jan op 12 Oct. 1515 (Lk. 123, 61 vo) en diens vader Pieter op
26 Sept. 1499 (Lk. 122, 16) verlijd. Deze Pieter had zijn huis op den Kneuterdijk, naast
of achter het huis van Egmont (Hb. 1512).
2) Zijn vader, Pieter Cornelisz. de Vries, insgelijks schoenmaker, heeft deelgenomen
aan den beeldenstorm (J. Smit, Den Haag in den Geuzentijd 53 en 97).
27
1571. Op 26 Febr. 1571 krijgt Mr. Dirck Jacobsz., goudsmid en
wapensnijder, consent voor „zeeckere leedyge plaetse, gelegen
opt Buytenhoff, beneffens 't huys van den deurwaerder Plumeon
(d.i. Anthony, Hofb. 1561, 426), daer jegenwoirdelycken een cleyn
thuynken staende es ande Zuytzyde van den voirsz. huyse, online
aldaer een cleyn huysken ofte winckelken te moegen stellen,
daerinne hij zijn amboecht van waepensnyder zal moegen doen,
sonder tzelve ten Westen verrer uuyt te stellen dan ’t huys
vanden voirsz. Plumeon uuytsteeckende es.” Hij wil hier graag
wonen, „wesende een plaetse van groote frequentacie ende zeer
propiclycken zijn ambacht voirsz.” (156, 257 v°).
Vermoedelijk heeft hij öf van het consent geen gebruik ge-
maakt, öf zijn huisje als gevolg van de troebelen zien teloorgaan;
in 1586 althans .(zie hieronder) blijkt van het bestaan van een
huisje op deze plaats niets.
23 t/m 26
1580. Jan Plumeons zoon (tMD 133).
1582. Cornells Pietersz. de Vries,2) schoenmaker (ibid., doch
alleen voor nr. 23; hij moet echter alles bezitten, want in 1599
splitst hij nr. 26 en in 1621 nr. 23 af).
kenkamer is met hem overeengekomen, „dat hy tvoorsz. ofge-
scoten erfken, dat nu een thuynken is, aen zijn voorsz. huysken
betymmeren zal”, maar niet verder dan 't nu is, „ende dat niet
hoger tymmeren dan ”t principael huysken op desen dage ge-
tymmert en is, omme te beletten, dattet licht vande camere vande
gevangenisse, daer West over staende, niet belet ofte behindert
en werde." (153, 91).
1561. Het Hofboek van 1561 stelt ook het andere huisje, naast
het zijne, op naam van Mr. Jan Plumeon. Al in 1550, echter, is
deze gestorven.1) De beide huisjes zullen thans dus toebehooren
aan:
1562. Anthony