I
97
VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650
kamertje tim-
conde vynden." (162, 41;
een klein schoorsteentje
27
1611. Tien jaar nadat Borremans zijn huisje met een bedstede
en een „bottebrieken” heeft uitgebreid, is de gevel aan de vijver-
27
1586. Op 12 Juni krijgt Hans (alias Jan) Borremans, kramer,
consent, op het plaatsje aan de Z.-zijde van het huisje, eertijds
Jan Plumeon geconsenteerd, te timmeren een houten huisje en
winkeltje, lang 9 en breed in 't N. 6 voet, in 't Z. 1 of voet
minder (159, 86). Het staat geheel langs de N.-grens van het
plaatsje; de rest daarvan blijft open erf.
1590, 20 Sept. In den vijvermuur mag
uitsteken (ibid.).
1595, 27 Jan. Achter zijn winkeltje mag hij een
meren, strekkende over den Vijver (160, 315 v°).
27
1601, 25 Aug. Borremans heeft zonder consent zekere metselarij
ondernomen achter zijn huis. Achteraf krijgt hij consent voor een
bedstede (een in de richting van den Vijver uitstekenden - of
hangenden - uitbouw) en „onder een cleyn bottelryken." Hij had,
zegt de Rentmeester Generaal in zijn advies, de bedstede „zeer
nootsaeckelycken van doen vermits sijn huijsfrouwe op het
wterste swaer ging ende dezelve (zich), vermits de cleyne huy-
singe, nergens anders bequamel. en conde vynden.” (162, 41;
mn, rk en advRG 195).
22
1609. De afstammelingen van Jan Gillisz. hebben de gift van
het huisje behouden. Thans heeft er recht op Heyltgen Jorisdr.
Deze is een moei van Wouter Jansz. (Vijverhouck), kleermaker,
bij wien zij inwoont. Ze is zeer oud. Vijverhouck krijgt nu consent,
voor zich en zijn huisvrouw de gift over te nemen, als Heyltgen
gestorven zal zijn; tevens om het huis te vernieuwen en het zoowel
N.- als O.-waarts 3 of 3% voet uit te zetten. Mag echter niet
hooger worden dan nu (163, 240; mn, rk en advRG 200).
26
1599. Op 25 Febr. 1599 krijgt de Vries consent, een erfje te
betimmeren tusschen zijn huis in 't N. en dat van Jan Borremans
in 't Z. (161, 231 v°).