VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650
101
geen recht op hebben
a
het rk)het huis blijft
Sara betaalt aan dè diaconie
voor de
27
1636. Abraham Borremans heeft van de op 17 Juli 1634 ver
kregen vergunning nog geen gebruik kunnen maken, omdat hem
de middelen ontbreken. Inmiddels, echter, is hij beneden begonnen,
zijn keuken wat naar achteren uit te bouwen. Zijn buren hebben
dit ook zoo. Hiertoe, echter, heeft hij juist igéén consent. Er
wordt aanmerking op gemaakt en hij haast zich, consent aan
te vragen. De Rentmeester constateert, dat hij gelijk heeft: de
buren gaan ook zoo ver,, en op 22 Sept. 1636 krijgt hij zijn ver
gunning (168, 296; mn, rk en advRG 212).
26
1639. Op 20 Aug. 1639 krijgt Ravens consent, vóór zijn deur
een i keldertje onder de straat te maken (169, 169 v°; mn en rk
213).
22
1640. Op 10 Apr. (minute; in het register: 19 Mei) 1640 wordt
aan Sara Knibbe en diakenen van de Herv. kerk toegestaan,
dat Sara en haar dochter Anna Soetens levenslang zullen bezit
ten het huis op den N.O.-hoek van de Voorpoort (169, 217 v°;
mn, rk en advRG 214). Vijverhouck en zijn huisvrouw hadden
voor de helft Anna Soetens '.en voor de andere helft de diaconie
tot erfgenamen benoemd. Boedel: het huisje'’plus schulden, die de
waarde van 't huisje overtreffen. Processen. Accoord op 30 Apr.
1639 (als bijlage toegevoegd aan het rk): het huis blijft aan
Sara Knibbe en haar kinderen, en
200 voor de armen, terwijl ze tevens zal opkomen
schulden van den boedel.
1642. Op 3 Juni krijgt Sara Knibbe consent, om het huisje af te
breken en grooter !en mooier weer op te bouwen. Woont met
haar kinderen hier, niet in haar „groote huysinge” Z. van de
Voorpoort, afkomstig van Soetens, haar man, wiens bedrijf zij
voortzet, want ze heet „sydelaecken coopster". Het nieuwe huis
(nr. 22) zal aan den Vijverkant even ver mogen uitspringen als
het huis van Laurens Ravens (nr. 26) en de twee huizen (nrs. 24
en 25), die men tusschen haar eigen „groote huysinge" (nr. 23)
en dat van Ravens aan 't bouwen is. Voorts zal ze mogen bouwen
achter ’t kwartierhuisje om tot haar „voorsz. groote huysinge".
De gift duurt tot den dood van haar jongsten zoon Izak; haar
andere kinderen of nakomelingen zullen er g
(170, 83 v°; mn 215).