HET BUITENHOF 104 „dattet maer een winckel en heeft, als hy 1602. Maart 1602 doet hij dit opnieuw. De Rekenkamer be slist gunstig bij apostille van 27 Maart. 1606. Claes Allertsz. heeft gewezen op den slechten staat van het dak van het smidshuis. Op 8 Juni 1606 brengt de Rentmeester Generaal zijn advies uit. Het dak moet worden vernieuwd. Ge dekt met pannen zal het op 130.komen. Hij raadt, den con troleur op te dragen, met de minste kosten tot vernieuwing over te gaan (386, bijlage bij 15 Jan. 1608). 1608. Rekest van Allert Claesz.: Claes Allertsz. is gestorven. De zoon vraagt nu, in de plaats 'van den vader te worden be noemd. In zijn advies van 15 Jan. noemt Bor hem een naarstig en eerlijk man. Bij acte 'van dienzelfden datum wordt hij dan ook aangesteld (386; commissie 498, 228 v°). 1611. Advies van den Rentmeester Generaal van 8 Juni (lei dend tot de acte van 10 Juni 1611, zie hieronder sub 19). Nog een jaar of tien en dan zal het smidshuis vernieuwd moeten wor den. Volgens den smid zal dit met geringe kosten kunnen ge schieden, om dattet maer een winckel is ende dat hy met geen (fraaiigheid) te doen en heeft, als hy maer stercte ende dich- ticheyt heeft.” (201).f 19 1611. Op 5 Febr. 1611 sluit de Rekenkamer een contract af met Jacob Schoutens, Bode van den Comptoire van Noord-Hol- land en Deurwaarder van de Wildernis en Houtvesterij. Zijn aan stelling is van 12 Mei 1606 en zijn taak, om „allen onwilligen pachters ende andere schuldenaren vande graafflicheyt, die hem by den Rentmeester by geschryfte overgelevert wer den, te insinueeren, sommeren ende executeren voorts alle boeten ende brucken, die den Houtvester toegewezen werden ende hem ter hand gestelt, meede te innen ende executeren." (498, 213 v°). Jacob Schouten bezit een huis aan het Binnenhof, dat hij afstaat. Hij verkrijgt daartegenover recht op het huis aan het Buitenhof, waar zijn moeder woont en dat vroeger (blijkbaar vóór 1580) tot het smidshuis behoord heeft. De Rentmeester Gene raal zegt in zijn advies: „Is waerachtigh, dat de voorsz. huysinge van oudts geweest is een gedeelte ende appendentie vande huy singe, gestaen hebbende totte bewooningen vande ordinaris sloot- maecker ende smith vanden Hove”. Jacob Schoutens is er ge boren, terwijl ook zijn „over groote vader deselve huysinge, als geweest zijnde smit vanden Hove, lange jaren heeft beseten". Voorts merkt de Rentmeester op, dat het ten tijde van suppliants vader zeer vervallen „ende maer als een schuyre” was. Deze heeft

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 119