VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 105 het op doen knappen en er veel een paar meter naar achteren en de muyere vanden thuyn vande Voorpoort ende aan ten koste gelegd. Het staat geheel „uuyt het gezicht, omme aen d'ander zijde vanden smith.” (164, 91 v°; mn, rk en advRG. 201). ld. Schoutens heeft het huis van zijn moeder, dat al te bouw vallig was, geheel doen afbreken en zal er nu een mooi, nieuw huis voor in de plaats zetten; vraagt echter, het een 6 a 7 voet naar voren te mogen brengen, waardoor het in de rooilijn van de Gevangenpoort komt te liggen. Op 10 Juni 1611 wordt hem dit toegestaan, mits hij dan een kozijn, op het Z. geconcipieerd, naar den O.-gevel overbrengt, terwijl hij mede geen stoep voor zijn huis zal mogen maken „tot benauwinghe der strate, maer alleenlijck een banck tegen zyne huysinghe aen.” De Rentmeester Generaal (Pieter Bor) weet nog te vertellen, dat in den inham, gevormd doordat het huis zoo ver naar achteren stond, zich een deur bevindt, toegang gevende tot het erf van de Gevangenpoort, waardoor men de aschput en vuilnis van de gevangenis moet uitkruien. Bor geeft een plastische beschrijving van den toestand, waarin het oude huis verkeerde. Het had zeker vernieuwing noo- dig, „doordien daerinne nyet een cosijn en is, dat deucht, ende de veynsteren sulcx zijn, dat by winterdach zyluyden de kaerssen nyet ofte zeer qualijck connen brandende houden; dat mede de solders geheel nyet en deugen, de bovenste solder sulcx is, dat men daerop nyet en can gaen sonder peryckel van deur te vallen, ende d’andere soo, dat hy daerop nyet en derff yser noch spijckers leggen; ende als men deselve reynicht, valtet alles deur, dat de knechts, werckende met blooten hooffde, nyet en mogen wercken; 't welck zijn vader za. all over enige jaeren UE. geremonstreert hebbende, dat oock de spannage sulcx was, dat men het dack voor nyet langer en mocht repareren, soo hebben UE. alsdoen de spanningen alleenlijck hier en daer doen verstyven om ’t selve voor die tijt noch staende te houden.” (164, 131 v°; mn, rk en advRG 201). 1614. In 1614 draagt Schoutens het huis over aan den schilder en plaatsnijder Heyndrick Hondius. Vermoedelijk houdt dit ver band met de omstandigheid, dat hij er een deurwaarderschap van den Hove van Holland heeft bijgekregen, waardoor hij meest in Zevenbergen moet zijn. In zijn eerste ambt wordt hij dan ook op 22 Jan. 1615 vervangen door zijn broer Olivier (498, 291 v”). Het transport is van 21 April (KI. 7, HvH 4). Terwijl Hondius hier woont, is hij, weduwnaar geworden, den 19en Nov. 1620 in de Groote Kerk hertrouwd met Goeltgen (ook Godela en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 120