VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650
109
C.
HOUTEN WINKELTJES BIJ DE
GEVANGENPOORT
Zoowel aan den linker- als aan den rechterkant van den trech
ter, die toegang geeft tot de Voorpoort, speciaal echter aan den
linkerkant, vindt men, tegen de openbare gebouwen aan, houten
optrekjes, waar handelaars en ambachtslieden hun waar aan de
vele daar voorbijkomende „suppoosten van het Hof" hopen te
slijten.
Linkerkant.
1582, 3 Febr. Mathijs Melchiorsz., kramer van Mechelen, is
bij „het innemen der voorsz. stadt Mechelen gansschelijck be
rooftvan alle syne goeden tot syne grondelicke bederffenisse".
Hij heeft nu al meer dan een jaar met zijn kramerij in de Voor
poort gestaan en „was zonderlinge aldair geëxponeert geweest
allen winden, soe dat hij des winters groote insupportable coude
genoch tot sieck wordens toe hadde geleden”. Vraagt daarom,
„dat hij achter het schutzel van des chippiers stoupe aenden muyre
vande examineercamer soude mogen doen stellen een cleyn planc-
ken winckelken omme daerinne syne cramerie te coop te mogen
houden.” Het wordt hem toegestaan, tot wederopzeggens toe, mits
betalende een jaarlijksche recognitie van 6 grooten Vlaamsch
(158, 208).
1584, 17 Maart. Andries Standaertsz., schoenlapper van Meche
len, vraagt in dezelfde termen als destijds Melchiorsz., aan den
muur van de examineerkamer te mogen stellen een klein planken
winkeltje. Rekenkamer consenteert insgelijks in dezelfde termen
(158, 268).
1600, 13 Jan. De Rekenkamer vergunt Noel van Troye, af
komstig van Brussel, om een houten winkeltje op te zetten tegen
de Gevangenpoort, tusschen de Pauw en het huisje van den
schoenlapper, 13 of 14 voet lang en van dezelfde diepte als het
schoenlapperswinkeltje (161, 280 v°).
1624, 5 Sept. Prins Maurits heeft aan den Hofsingel den Stad-
houderstuin ingericht (op den plattegrond van den Heer ter Meer
Derval aangeduid met „Bassecour”). Er wordt gesproken van
„het nieuwe gebouw van Zyne Vorstelycke Genade” (166, 331)
en van „de opgaende muyr van 'den thuyn van Sijn princelycke
Excie, nu nyews gebout" (207, rk bij acte van 10 Sept. 1624).