HET BUITENHOF
114
E.
Nrs. 6 tlm 16
HUIZEN AAN DE NOORDZIJDE
VAN HET BUITENHOF
van den selven
i van de acte in het
stuk weggevallen (155, 239 v°).
6/8
Vóór 1504. Heer Florys van Tholl, vicecureit van de kapel van
het Hof. Hierna Pieter Arentsz. en later diens weduwe Elisabeth
Heyndricxsdr. (De 3 perceelen vormen één geheel).
1504. Op 16 Aug. 1504 krijgt Mr. Pieter van der Goude, vice
cureit van de kapel van het Hof, consent voor het huis en erf,
„te bewoenen ende te gebruycken by hem ende zijn naesaten
vicecureyten vande selve cappelle als zijn eyghen huys naden over-
lyden ofte vertrecken van Elisabeth Heyndricx dochter, die daer
ghifte aff heeft tot heuren lyve off daerof met haer terstondt
overcomende indient hem doenlicken zy.” Het huis bevindt zich
in zeer slechten staat. Over de onmiddellijke kosten, „die groot
ende excessyf zijn omme te eyntel. die ruïne
huyse” te voorkomen, is bij het copieeren
register klaarblijkelijk een r*--’-
9/12
1546. In het „Huys mitte Glintinge” 1) op de Plaats woont
Magdalena Willemsdr. (KI. 1, 52), weduwe van Claes van Dam.
Het staat op perceel nr. X a en b, (zie Bijlage II), dat, op den
plattegrond, correspondeert met het 6de en 7de perceel, van de
Voorpoort afgerekend. In het daarnaast gelegen huis, richting
Voorpoort, komt Jan Doublet te wonen (Jan Doublet is getrouwd
met haar dochter Anneken van Dam) en daarnaast weer, in de
oude huize „de Lupaert” (ook een dubbel perceel, XII a en b)
haar zoon Willem van Dam, secretaris van den Hove. Aan den
Zuidkant strekt zich het terrein Westwaarts uit, langs den Noord
rand van het Valkhuis (nr. 17), en dan nog weer Zuidwaarts,
langs den Westrand van het Valkhuis, tot op het punt, waar
het terrein van de Grafelijkheid begint; d.i. op den plattegrond
ongeveer bij de Zuidgrens van perceel 9. Op 26 Juli 1546 nu ver-
Al in 1512 (Hb. 335) vormde de glinting de merkwaardigheid van het huis. Men
weet, dat een glinting een hek is (maar dan een formeel hek, niet alleen eenbalie"), dat
de stoep omgeeft.