HET BUITENHOF 116 kelder het accoord 9/12 1561. Het „Huis nutte Glintinge”, in 1546 nog door Magdalena van Dam bewoond, staat volgens het Hofboek van 1561 op naam van Floris van Dam. Magdalena had twee zoons, Willem en Jan (KI. 1, 52). Of ook Floris een zoon van haar is? Misschien een zwager. Hij is schout van Den Haag. Op 7 Nov. 1561 is hij als zoo danig voor een periode van zes jaar gecontinueerd. Hij betaalt dan echter nog slechts 100 in plaats van 120 pd. 's jaars, omdat een deel van zijn werkzaamheden (en dus van zijn emolumenten) op de nieuw ingestelde twee Burgemeesters van Den Haag is over gegaan (495, 29 v°). Op 16 Oct. 1563 wordt „inder plaetse van wylen Floris van Dam, onlancx overleden," benoemd Adriaan Aertsz. van der Aa (495, 61), die echter al op 22 Apr. 1564 plaats maakt voor Simon van der Does, omdat hy Substituut van den Procureur-Generaal van Holland geworden is (495, 62). Floris van Dam is niet ouder geworden dan 54 jaar, daar hij 39 was in 1548 (Timareten II, 293). In het jaar van zijn dood heeft hij het Hofje van van Dam gesticht. Over hem ook de Riemer II, 61. slechts een opkamer, een kelder en den zolder reserveerend. Ook krijgt hij een sleutel om in den hof te gaan om er water te halen. In verband met een en ander zal van der Mij een doorgang maken op zijn kosten en dien weer dichten, nadat de huurperiode ver streken zal zijn. Op 14 November 1559 volgt het consent van de Rekenkamer, behelzende goedkeuring van 1.» -1 (155, 240 v°). Op 15 Januari 1561 is van den Mij al gestorven. Dan recla- meeren deken en kapittel van den Hove de huurprijs van zijn weduwe. Waarom dezen dit doen en niet de pastoor (woont die er niet meer?) blijkt uit de stukken niet (Alg. R. Arch., Archief Hofkapel 69, Reg. 699). Op 27 Febr. 1562 krijgt de weduwe, waardin in „den Burcht”, vergunning van het kapittel, op haar kosten „inden achtermuyr in die coecken (te) stellen eenen dubbelde deure met eenen dubbelde grendel ende sloete, alleen van binnen opgaende, omme by tyden van groote nootsaecken ofte lasten van brande alleen ende anders nyet(te hebben) eenen duerganck deur tvoorsz. huys(om menschen en goed) te moeghen berghen, brengen ende salveren opt Nederhoff" (Ibid., Reg. 700). Klaarblijkelijk is dit dezelfde deur, die van der Mij al heeft laten maken, maar die nu zóó verandert wordt, dat ze alleen van de pastoorswoning uit kan geopend wor den.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 131