117
VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650
bleven, wat dan verband houden moet met de troebelen.
6/8
1581. of vroeger. De Regeering is, na
Behalve ,,’t Huys mitte Glintinge” bezit hij ook „den thuyn
mitten uuytganck opt Hoff”. (Hb. 470).
1565/70. In 1570 echter blijkt een en ander te zijn overgegaan
op Mr. Anthonis van Dijck, advokaat bij het Hof van Holland
(KI. 1, 860), en wel ingevolge contract van 19 Maart 1565 (KI.
3, 410).
1578. Tot in 1578, niettemin, waren 5/7 van het bezit door de
van Dams nog niet overgedragen. Eerst op 10 Mei van dat
jaar wordt de uitvoering van het contract perfect (KI. 3, 410).
Mocht door de Rekenkamer voor het bezit van den Grafelijksgrond
en voor den uitgang op 't Buitenhof aan van Dijck een acte ver
leend zijn, dan is deze noch ingeschreven noch bewaard ge-
den Opstand, met haar
ambtenaren in Den Haag teruggekeerd. Tot deze behoort Jan
Willemszoon Comans. Op 19 Mei 1575 is hij benoemd tot assis
tent van den Secretaris der Staten, op 24 Aug. 1580 tot klerk
van den thesausier-generaal, dien hij na 1 Mei 1584 voor een
groot deel (maar zonder den titel) vervangen zal. Tot 1594, het
jaar van zijn dood, zal hij financieel hoofdambtenaar van de St.
v. Holl, blijven. (Alles vlgs resol. St. v. Holl.). Deze schatten
hem hoog. Hij verricht zijn taak op het Binnenhof, wil graag
in de nabijheid wonen en nu de kapel van het Hof geen pastoor
meer heeft, staat de pastoorswoning leeg. De Prins (uiteraard niet
dan op voordracht van de Staten) staat haar met haar groote
vierkante erf aan Jan Willemsz. af. Niet, als gebruikelijk, bij
wijze van „gift” voor het leven of voor dat van hem, zijn vrouw
en zijn kinderen, maar ditmaal, bij uitzondering, in vollen eigen
dom? Van eenig recht, dat de Grafelijkheid zich zou hebben voor
behouden, blijkt uit geen enkel stuk. (Jan Willemsz. Comans is
ambtelijk voorganger, tevens schoonvader, van Hendrik Aartsz.
Doedijns, Commies ter Financie van de Staten van Holland, die
eigenaar is van het huis in de eerste jaren der 17de eeuw. Zie
overigens de referentie hieronder).
ld. Naaste buurman van Jan Willemsz. Comans, om den hoek
aan de W.-zij van het Buitenhof, is meester Arent Jansz., Hoef
smid van den Hove. Comans heeft veel last van „zeeckeren pri-
vaet, comende vant bovencamerken vande huysinge van mr.
Arentende responderende in 't kelderken” van zijn eigen
huis, „welcke privaet een groote stanck ende vuylicheyt int
voorsz. kelderken is conserverende”; het geheele huis wordt er