123 VAN OMSTREEKS 1550 TOT 1650 De termen worden wel door elkoor gebruikt. Dat men verschil maakt, blijkt ech ter uit de uitdrukking, die wij gebezigd zagen:,,een glinting baliesgewijs”. 15 1596. Op 10 Aug. 1596 krijgt Jacob Mattheusz. van Heyningen, schoenmaker, consent om een huisje te bouwen tusschen den gang, die naar 't Valckhuis leidt (aan den Oostkant van dien gang woont Claes Allertsz., Smid) en „het leidekkershuisje" in ’t Wes ten. Van dit leidekkershuisje weten wij niets. Overigens blijkt later, dat er tusschen het nieuwe huisje van van Heyningen en de gebouwen van het Smidshuis in ’t Oosten nog genoeg ruimte overblijft, om er een vrij statig huis neer te zetten. Evenals door Barholomeüs Willemsz. meer naar het W„ zal ook door van Heyningen „int Suyden van tvoorschreve huysken (gezet worden) een cleen gevelken." Van Heyningen zal de poort van huis naar voren verplaatsen en brengen tusschen de het huis van Claes Allartsz. en het zijne in (161, 71 v' ’t Valk- gevels van Doedijns, is getrouwd met zijn dochter Elisabeth (KI. 6, 979). Het huis in den hoek van het Buitenhof, de oude pastoorswoning, dat als zijn ambtswoning te beschouwen is, is na zijn dood (of al vóór dien tijd?) op zijn schoonzoon overgegaan. De hierna onder 1602 vermelde acte betreffende den gang spreekt van „de huyssinge van den Commys Henrick Aertsz. Doudijns.” 13 en 14 1596. Nauwelijks meer dan een week later krijgt Josef van Meer hout, hoewel „notaris” een arme drommel, consent voor het bou wen van een huisje ten Westen van dat van Heyningen. (Over hem Jrb. 1902, 365). Van het leidekkershuisje is geen sprake meer. Het moet toch op dit perceel hebben gestaan! Van Meerhouts huisje mag lang zijn 24 voet (ca. 8 M.) en hoog 10 voet (nog geen 3JzJ M.). Voorgeschreven wordt echter een klein geveltje in 't Zuiden, Westen en Oosten! (161, 81). Gang tusschen 6/8 en 10/12 1602. Vóór het erf van Doedijns (6/8) bevindt zich een „balie”. Een balie is een vereenvoudigde glinting. Men weet, dat een glinting is een formeel hek rondom den stoep. Een balie nu is gemeenlijk niet meer dan enkele door een stang verbonden palen (zooals we die nog kennen).1) Job Jansz., waard in „de Roode Molen”, die het recht op den gang van van Sichem heeft overgenomen, wil nu voor de uitmonding van dien gang zoon

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 138