138 HET BUITENHOF 16 Apr. rekest 1 en 2 1579. Heel lang al bevindt zich het huisje op den hoek van de Halsteeg in het bezit van de familie van Anneken Jansdr. Jolijt. Haar voorouders hebben het Huis van Nassau meer dan 80 jaar trouw gediend, aldus in een rekest van 1607 Pieter Jansz., die met haar dochter is getrouwd (208, bijlage bij acte van 1626) en Aaltje Pieters, haar kleindochter, spreekt in. een van 1626 van het huisje zelf als van een 100-jarig familiebezit (208, rk bij acte 16 Apr. 1626). Anneken, op haar beurt, stelt in 1579 vast, dat ook haar eigen vader en moeder er hun woonstee hebben gehad. Zij is nu weduwe en getrouwd geweest met den kleermaker Evert Sanders, met wien zij er zelf een jaar of wat verblijf heeft gehouden. (Evert Sanders wordt door het Hofboek van 1561 gelocaliseerd op de Plaats, zie bijlage II, nr. VIII. Hij is ook „binnenvader" van het weeshuis in de (Korte) Nobelstraat geweest. In 1574 was hij gestorven. Zijn weduwe Anneken Jansdr. was toen nog „buitenmoeder”. Zie Smit, Geuzentijd 241). Maar „alsoo tzelve huysken mede deelachtig was geworden tgemeen ongeluck vanden voorleden troublen ende oorloge, wesende zeer gedestrueert aen deuren, veynsteren ende diergel. ende mitsdien niet woonbaer”, heeft zij het doen repareeren. Dit heeft haar gekost 54 car. gids, 19 st. en 1 oort. Zij is een schamele, desolate weduwe en vraagt dus, dat dit geld aan haar dochter of erfge namen zal worden gerestitueerd, zoodra de „gift" van het huisje ophoudt. Accoord voor 50 gld. Consent van 29 Jan. 1579 (158, 30 v°.). 48/50 1578. Ook de weduwe van meester Anthonis, doctoor, is nu gestorven en de erfgenamen verkoopen het huis, dat ettelijke tien tallen van jaren in de familie geweest is. Ze doen dit „met het recht der verkoopers op het erf, liggende Oostwaarts van voorn. huis over de Beek, volgens de brieven van concessie van de Kamer van de Rekening in Holland". Verkrijger is Arent IJs- brandsz. (Bodegraven). Het wordt door den kooper bewoond. Het is het huis „Keulen", maar heet nu „het Vosken". Blijkbaar is het door den bewoner, die het nu gekocht heeft, herdoopt (KI. 3, 478). Het is een herberg geworden en in ditzelfde jaar 1578 geven de Staten van Holland er een maaltijd ter eere van de Utrechtsche afgevaardigden, die met de Amsterdammers de „satisfactie” hebben opgesteld, waardoor nu ook Amsterdam de zijde van den Opstand kan kiezen (Smit, DHg i/d Geuzent. 299).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1945 | | pagina 153